leerstraf 1.0
(recht en misdaad)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een leerstraf…
is een leerproject
- [Soort] is een taakstraf
- [Doel of bestemming] dient om de gestrafte te confronteren met de gevolgen van zijn gedrag en hem bewust te maken van zijn gedrag
- [Herkomst of oorsprong] wordt meestal door de strafrechter opgelegd
- [Ondervinder] kan sinds april 2012 alleen nog maar jongeren opgelegd worden
- [Onstoffelijke inhoud] is qua inhoud vastgesteld en valt uiteen in elf verschillende straffen, meestal in de vorm van een training of een cursus, bijvoorbeeld een arbeidsmotivatietraining, een budgetteringscursus of een training agressiebeheersing
- [Legitimiteit] is niet meer in de wet vastgelegd als straf, maar bestaat uit een opgelegde training of cursus
- [Onderscheid of tegenstelling] is een alternatief voor een celstraf
Algemene voorbeelden
Met een leerstraf moet de gestrafte een cursus volgen die hem confronteert met de gevolgen van zijn gedrag.
Ten aanzien van de essentie zelf van het begrip straf, bevat de uitdrukking "leerstraf" een contradictio in terminis. Als het de bedoeling is de schuldige te helpen om zich zo goed mogelijk te reclasseren en aldus onrechtstreeks een "meerwaarde" voor de maatschappij te realiseren, kan men niet van straf maar eerder van hulp spreken. Het zou dan ook wenselijk zijn een andere terminologie te gebruiken. Men zou hier trouwens omzichtig te werk moeten gaan, want anders zou de leerstraf wel eens tot "misdrijfpremie" kunnen verworden.
Bij de leerstraf waren jongeren tevreden als ze het verband tussen het delict (het gedrag) en de straf inzagen.
Combinatiemogelijkheden
met ander, nevengeschikt substantief
- leerstraf of werkstraf
Druggerelateerde misdrijven waarbij in hoofde van de betrokkene aanwijzingen bestaan van problematisch gebruik. De eerste mogelijkheid is dat de PK oordeelt dat de zwaarwichtigheid van de feiten een geïndividualiseerde afhandeling, desgewenst in therapeutische zin, niet in de weg staat: in dat geval verwijst de PK door naar de justitiële casemanager die op zijn beurt doorverwijst naar de hulpverlening voor therapeutisch advies. Dan zijn er twee mogelijkheden: 1) positief advies: de PK stelt PP of strafbemiddeling met verwijzing naar hulpverlening voor; 2) negatief advies (geen hulpvraag en/of afhankelijkheid): de PK maakt een keuze tussen de waarschuwing, strafbemiddeling (leerstraf of werkstraf), of strafvervolging.