lillen 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Lillen…
is een beweging
Combinatiemogelijkheden
met subject
- iemands buik lilt
- het vlees lilt
- het lillende kalkoenvlees
- het lillende zwoerd
- lillende achterhammen
- lillende bovenarmen
- lillende gelei
'Sylvie, mag die muziek alsjeblieft af. Heb je niet iets van Frank Sinatra?' 'Komt zo,' zegt Sylvie en legt haar lillende bovenarmen op de bar. 'Het is een kerst-cd.' 'Ook dat nog,' zegt Bruce.
Het T-shirt liet haar buik vrij, die over haar broeksriem lilde.
De vrouw kreeg rode konen van het ingespannen werk. Ze sneed de rotte plekken van het vlees, het lillende zwoerd, de blauwe speklaag, de door wonden aangetaste resten gooide ze in een emmer.
Het Boekenbal. Jaarlijks bekijk ik met verbazing de blote moedervlekruggen van de dames, die de versheidsdatum al lang gepasseerd zijn. Waarom zo bloot dames [...]? Vooral het lillende kalkoenvlees van de bovenarmen zet mij jaarlijks aan tot ongebreideld zuipen.
Wie ooit op een vliegreis een echte dikkerd naast zich gehad heeft, zal deze nieuwe wetgeving omhelzen om gevrijwaard te blijven van voortdurende aanraking met de overbloezende vleesmassa's in de belendende stoel: de gemeenschappelijke armleuning fungeert als mini-dijkje voor de buik van de dikke [...]; lezen lukt alleen in een zijwaartse hoek van dertig graden; het lillende vlees, waarin de knie schuilgaat, masseert op onaangename wijze je bovenbeen.
lillen 1.1
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Algemene voorbeelden
Op twintig of dertig meter zag ik een bruine gestalte naar de aarde gebogen [...]. Het was een jonge hinde [...]. Ik had de trekker maar over te halen. Doch dit was me plots onmogelijk [...]. Een tederheid zonder naam overviel mij en tevens voelde ik mij een monster. Deze gratie zonder gelijke, deze prille freelheid, hoe had ik er zelfs kunnen aan denken! En stel dat ik het lieve diertje slechts kwetste! Het zou zich dagen rondslepen vooraleer te sterven. Ik stond daar als een lillende brok tegenstrijdigheid, als een wanhopig geweten.
Martin van Veldhuizen schreef en regisseerde dit stuk samen met Moniek Merckx, na interviews met de spelers. Dat doet je veronderstellen dat dit een licht geromanceerde, maar niettemin lillende brok authentieke beleving zal wezen. En daar lijkt het ook even op, maar gaandeweg sluipt er een zekere ironie in het stuk.
In tegenstelling tot de meeste mensen bekeek hij de werkelijkheid niet eerst van buiten af en vervolgens van binnen uit; hij drong meteen tot het lillende, kloppende hart van de dingen door, tot de broze kern van licht die hij in iedere enkeling aanwezig wist.
Hij bezat inderdaad de gave om in de eindeloze rijen decimalen die op zijn komputerschermpje voorbijschoven de onregelmatige hartslag en het vage ruisen der spijsvertering van de wereldekonomie af te lezen. Liefst was hij historikus geworden. Want net zoals hij uit de dorre beursinformatie het lillende leven kon halen, kon hij uit oude dokumenten en geschriften een plausibel toekomstbeeld distilleren.