lom 1.0
( Publiek domein )
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een lom…
is een vis; is een dier
- [Afmeting] wordt 40 tot 60 cm lang
- [Kleur] is roodachtig bruin met een grijze onderzijde
- [Bouw] is gewerveld
- [Deel] heeft een duidelijk te onderscheiden dorsaalvin, anaalvin en staartvin
- [Voortplanting] legt eieren
- [Plaats] leeft in zout water
- [Woongebied] komt vooral voor in het noorden van de Atlantische Oceaan en in het noorden van de Noordzee
- [Leeftijd] kan 20 jaar oud worden
- [Behandeling of bewerking] wordt meestal gezouten en gedroogd
- [Gedrag] is een vleeseter
- [Gebruiker] wordt bevist in de Scandinavische en Russische visgebieden
- [Gelijkenis] lijkt op de schelvis en de kabeljauw
Wetenschappelijke naam: Brosme brosme
| Rijk | Animalia; Dieren |
|---|---|
| Stam | Chordata; Chordadieren |
| Klasse | Actinopterygii; Straalvinnigen |
| Orde | Gadiformes; Kabeljauwachtigen |
| Familie | Gadidae; Kabeljauwen |
| Geslacht | Brosme |
| Soort | Brosme brosme |
Algemene voorbeelden
De leng wordt vaak verward met een andere kabeljauwachtige, de lom. Het verschil is goed te zien aan de rugvin, bij de lom is er een aaneengesloten rugvin, bij de leng is er een korte eerste, en dan een lange tweede rugvin aanwezig. Tevens zijn de randen van vinnen wit gekleurd.
Wij visten meestal met een halve haring aan een wapperlijn van een metertje lengte. Dit leverde vooral leng op, soms al eens een gul, een lom of een schelvis.
lom 2.0
((vooral) in Nederland)
Semagram (extra betekenisinformatie)
De lom…
is een reactie
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is problematisch
- [Betrokkene] doet zich voor bij kinderen
- [Onstoffelijke inhoud] bestaat uit leerachterstand of moeilijke opvoedbaarheid
- [Specificatie of referentiekader] heeft betrekking op het onderwijs of de opvoeding
Algemene voorbeelden
Eerder deze maand constateerden onderzoekers dat het drie jaar geleden begonnen project 'Weer-Samen-Naar-School', dat meer probleemkinderen wil handhaven op gewone basisscholen, stagneert. De bedoeling van het project was dat het aantal leerlingen op speciale scholen voor 'in ontwikkeling bedreigde kleuters' (iobk), 'leer- en opvoedingsmoeilijkheden' (lom) en 'moeilijk lerende kinderen' (mlk) niet zou stijgen boven het niveau van 1992.
Er zijn meer dyslectische jongens en mannen dan dyslectische meisjes en vrouwen; de verhouding is ongeveer vier op één. Dit heeft onder meer tot gevolg dat meer jongens dan meisjes op scholen voor kinderen met Leer en Opvoedings Moeilijkheden (LOM) vertoeven, omdat kinderen met een vastgestelde dyslexie, althans tot voor kort, meestal naar een Lom-school werden verwezen.