mavoleerling 1.0
(wetenschap; onderwijs en opvoeding. Zeer vaak in incorrecte spelling aangetroffen.)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een mavoleerling…
is een leerling; is een persoon
- [Toepassingsgebied of bereik] volgt mavo-onderwijs; zit op de mavo
Algemene voorbeelden
Mavo-leerlingen dienen praktischer onderwijs te krijgen.
VBO-leerlingen maken gemiddeld drie kwartier huiswerk per dag; MAVO-leerlingen maken gemiddeld anderhalf uur huiswerk per dag; HAVO-en VWO-leerlingen maken gemiddeld een uur en drie kwartier huiswerk per dag.
Bij Mavo-leerlingen is zelfstandig studeren iets minder aan de orde en blijkt de oriëntatie op praktijkgericht studeren, het omzetten van theoretische kennis in allerlei vaardigheden, de ontbrekende schakel tussen de vooropleiding en de beroepsopleiding.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- goede mavoleerlingen
Het doorstroomtraject is bedoeld voor goede mavo-leerlingen die langs een veilige weg een mbo- én een hbo-opleiding willen volgen.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een geslaagde mavoleerling
Tevens bestaat de mogelijkheid door te stromen naar de havo, mits de geslaagde mavo-leerling voldoet aan de vakkenpakketeisen.
in voorzetselgroep
- 50 procent van de mavoleerlingen
- 70 procent van de mavoleerlingen
Anders blijf je met het schrikbarende feit zitten dat vijftig procent van de Mavo-leerlingen geen kans maakt in het Middelbaar Beroepsonderwijs.
Veel leerlingen met een vbo-diploma en zeventig procent van de mavo-leerlingen stromen op dit moment door naar het middelbaar beroepsonderwijs.
met ander, nevengeschikt substantief
- vbo-leerlingen en mavoleerlingen
Eenderde van alle vbo- en mavo-leerlingen besteedt zo'n 40 gulden per maand aan het mobieltje.