medepassagier 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een medepassagier…
is een persoon
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] reist mee met andere personen die ook passagier zijn of een ander die ook passagier is
Algemene voorbeelden
Drie keer al had vader D'Ouillard de hele weg langs de breedte van het dorp afgelegd, terwijl zijn drie medepassagiers in de bermen aan beide kanten van de route naar een gestrand voertuig zochten. Nu reden ze voor de vierde keer langs de wanordelijke massa nat groen die de doorweekte bossen van de omgeving vormden.
Wat is de beste tactiek bij het betreden ener trein? Ik ga ervan uit dat u, net zo min als ik, de zedelijke moed kunt opbrengen om als u eenmaal met een medepassagier zit opgescheept, nog op te staan en een ander plaatsje te zoeken.
Vier heren, hun enige medepassagiers in de grote coupé, zaten twee aan twee tegenover elkaar kaart te spelen.
Kleine dieren mag u alleen meenemen als ze in draagbare manden, tassen of iets dergelijks zitten. Het vervoer is in dat geval gratis. Dat geldt ook voor aangelijnde, kleine honden die u op schoot neemt, mits ze geen overlast veroorzaken voor de medepassagiers.
U kan een ballon ook exclusief voor 2 of 3 personen "afhuren", voor een vaart zonder andere medepassagiers.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
- medepassagiers in de bus
- medepassagiers in de tram
- medepassagiers in de trein
Met de fiets, die door Rijwielhandel Van der Hoek uit Surhuisterveen beschikbaar was gesteld, stapte ik samen met zo'n 40 medepassagiers in de bus en reden we naar het zuiden van Duitsland waar de eerste overnachting plaats had.
De vrouw zweeg, de medepassagiers in de tram, voor wie deze en andere luide statements waren bedoeld, zwegen eveneens.
Ergert u zich aan luid bellende medepassagiers in de trein?