meerkoet 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een meerkoet…
is een vogel; is een dier
- [Afmeting] wordt 32 tot 42 cm lang
- [Geluid] piept; maakt een piepend geluid
- [Kleur] heeft een zwart verenkleed, een witte snavel met wit voorhoofdsschild en kleine rode ogen
- [Bouw] is gewerveld; heeft twee poten
- [Voortplanting] legt eieren
- [Plaats] leeft in en op het water van sloten, grachten, vijvers, plassen en meren
- [Woongebied] komt voor in Europa, waaronder Nederland en België, Noord-Afrika, Azië en Australië
- [Leeftijd] kan 18 jaar oud worden
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] duikt veel op zoek naar voedsel
- [Gedrag] is een alleseter; bouwt een nest van riet, waterplanten en drijvend afval
- [Gelijkenis] lijkt op een waterhoentje en wordt daar vaak mee verward
- [Onderscheid of tegenstelling] verschilt van een waterhoentje door de witte snavel en het witte schild waar het waterhoentje een rode snavel met rood schild heeft
Wetenschappelijke naam: Fulica atra
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Aves; Vogels |
Orde | Gruiformes; Kraanvogelachtigen |
Familie | Rallidae; Rallen, koeten en waterhoentjes |
Geslacht | Fulica |
Soort | Fulica atra |
Algemene voorbeelden
Vanuit de kijkhut kun je de watervogels op de vijver beloeren: "soepeenden" maar ook Meerkoet, Waterhoen, Blauwe reiger en in de winter Fuut en Dodaars.
Dat lang niet alle afval een bedreiging vormt voor ons milieu bewijst deze meerkoet. Zelfs de plastic ringen van een blikjes-verpakking werden door de vogel nog functioneel gebruikt in de constructie van het nest.
Het pad versmalde zich bij het verlaten van de ommuurde binnenplaats, maar ondanks de eroverheen woekerende planten wist ik via wat eens een boomgaard moest zijn geweest een klein plateau te bereiken. Vandaar had ik uitzicht over het met meerkoeten bezaaide water.
Meerkoeten kunnen vechten dat het pijn doet om te zien.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- dobberen
- peddelen
- piepen
- zwemmen
Er dobberden meerkoeten op de schuine golven achter het schip.
De jonge meerkoeten peddelden zenuwachtig rond het nest.
We keken naar de eenden in de vijver en Bo vroeg waarom eenden snateren en meerkoeten piepen. Ik had geen idee. Toen vroeg hij waarom meerkoeten zo raar met hun kop heen en weer gaan als ze zwemmen en eenden niet. En weer had ik geen flauw benul.
Een meerkoet zwemt luid piepend en met zijn kop laag over het water naar een onnozele, bontgekleurde eend.
met ander, nevengeschikt substantief
- eenden en meerkoeten
- futen en meerkoeten
- ganzen en meerkoeten
- waterhoenderen en meerkoeten
Mag ik erop wijzen dat artikel 10, §1 van het besluit van 16 juni 1993, van de Vlaamse Executieve, als soorten die bejaagd mogen worden, vermeldt: wilde eenden, meerkoeten, smienten, wintertalingen en grauwe ganzen.
In de waterpartijen en boezemweteringen vinden we volop oever, riet en ruige vegetaties die een broedplaats vormen voor watervogels als futen, eenden en meerkoeten.
'Wat is het toch ook een klein rotbootje!', zei ze voortdurend [...]. Maar de man was veel gewend. Als hij zich sterk op de mooie vlietlanden en de spiegeling van de zon in het water, de futen, meerkoeten, de prachtige waterlelies concentreerde, hoorde hij haar gemekker niet meer.
Dan volgt een opsomming van wat zoal als watervogel wordt bejaagd: eenden, blauwe reigers, ijsvogels, ganzen en meerkoeten.
De dobber blijft staan als geplant. Gekeken naar het spel van de waterhoenen en meerkoeten die plonzen en duiken in het gebladerte van de weerspiegelende bomen.