meteorologische winter 1.0
de winter in weerkundig opzicht beschouwd als het jaargetijde dat op het noordelijk
halfrond duurt van 1 december tot en met 28 februari en op het zuidelijk halfrond
van 1 juni tot en met 31 augustus
Algemene voorbeelden
De meteorologische winter bestaat uit de maanden december, januari en februari. Vorst in november en maart telt voor de wintergemiddelde temperatuur dus niet mee.