winter 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
De winter…
is een jaargetijde; is een periode; is een tijd
- [Geheel] is een deel van het jaar
- [Rang of hiërarchische positie] is het vierde, laatste van de vier jaargetijden
- [Duur] duurt op het noordelijk halfrond in astronomisch opzicht van rond 21 december tot omstreeks 21 maart en in meteorologisch opzicht van 1 december tot en met 28 februari; duurt op het zuidelijk halfrond in astronomisch opzicht van rond 21 juni tot omstreeks 21 september en in meteorologisch opzicht van 1 juni tot en met 31 augustus
- [Frequentie] keert jaarlijks terug
- [Ordening of volgorde] wordt voorafgegaan door de herfst en gevolgd door de lente
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is het seizoen dat wordt gekenmerkt door relatief lage temperaturen, korter daglicht en waarin bladverliezende bomen en planten geheel kaal zijn en de natuur rust
Algemene voorbeelden
Meteorologische Seizoenen. Noordelijk halfrond. Lente: 1 maart t/m 31 mei; Zomer: 1 juni t/m 31 augustus; Herfst: 1 september t/m 30 november; Winter: 1 december t/m 28 februari. Zuidelijk halfrond. Lente: 1 september t/m 30 november; Zomer: 1 december t/m 28 februari; Herfst: 1 maart t/m 31 mei; Winter: 1 juni t/m 31 augustus. Astronomische seizoenen. Noordelijk halfrond. Lente: 21 maart t/m 20 juni; Zomer: 21 juni t/m 20 september; Herfst: 21 september t/m 20 december; Winter: 21 december t/m 20 maart. Zuidelijk halfrond. Lente: 21 september t/m 20 december; Zomer: 21 december t/m 20 maart; Herfst: 21 maart t/m 20 juni; Winter: 21 juni t/m 20 september.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- aanbreken
- eraan komen
- in aantocht zijn
- voor de deur staan
- in het land zijn
Het is zomer nu op het barre kontinent, maar die duurt niet lang meer en de onderzoekers werken tegen de klok. Vóór de winter aanbreekt, willen ze zes gaten van twee kilometer diepte in het ijs geboord hebben.
Heb je grote tuinprojecten op stapel staan, of wil je weten wanneer de winter eraan komt dan probeert het KNMI van Nederland tot negen dagen vooruit te kijken.
Gelukkig waren we net over de pas toen ook wij getrakteerd werden op een helse hagelbui. Blijkbaar is de winter echt in aantocht.
Tine, praktisch ingesteld, breidde een muts en een das voor de winter die voor de deur stond.
De winter is in het land [...]. Het wordt de volgende dagen ijskoud en er wordt sneeuw verwacht. De winter doet daarmee dan toch zijn intrede.
met koppelwerkwoord
- het is winter
- het wordt winter
Typisch voor kerstboeken is dat ze vaak jarenlang een korte periode opnieuw opduiken [...]. In de boekhandel liggen ze gemoedelijk bij elkaar. Want het is winter: buiten koud en binnen warm. Tijd voor een kerstboek, dus.
Het wordt winter. Ik lees net [...] dat we volgende week de flanellen pyjama's weer uit de kast moeten halen.
in voorzetselgroep
- gedurende de winter
- in de winter
- na de winter
- rond de winter
- tegen de winter
- tijdens de winter
- tot de winter
- vanaf de winter
- voor de winter
Tot slot kunnen we van een groot deel van de bladverliezende sierstruiken en ook van klein fruit zoals bessestruiken en druiven gedurende de winter bladerloze scheuten van 10 tot 25 cm lang afsnijden en als stek gebruiken.
Windmolens op het land zijn zeer zichtbaar, sommigen vinden ze mooi, anderen niet. Ze zijn niet volledig geruisloos en ze werpen, vooral in de winter soms lange, bewegende schaduwen.
De acht sabbats vormen samen een jaarcyclus op het ritme van de vier seizoenen en weerspiegelen zo de kringloop van het leven: de natuur groeit, bloeit en sterft af om na de winter weer te ontluiken.
Al van kinds af aan keek ik mijn ogen uit in de Efteling (en dan het liefst rond de winter).
Tegen de winter wordt het stiller in de sloot. De dieren kruipen dan weg in de modder om te overwinteren.
Tijdens de winter stroomt er minder water uit de Atlantische Oceaan naar binnen langs de Straat van Gribraltar dan er verdampt uit de Middellandse Zee.
Vrucht: van september tot de winter; zwart; rond; giftig.
Ook het roodborstje fluit vanaf de winter tot in het vroege voorjaar, om zijn territorium af te bakenen.
Uitdrukkelijk adviseren we om in de border overwinterende fuchsia's voor de winter niet te ver in te snoeien en zeker niet geheel af te knippen.
- diep in de winter
- tot diep in de winter
Diep in de winter zijn de mogelijkheden stukken uitgebreider. Dan kun je ook skiën op de Maiskogel (1675 m) en de Schmittenhöhe (2000 m).
Het voortplantingsseizoen loopt van april tot oktober maar bij voldoende voedsel, gaan ze door tot diep in de winter.
Vaste verbindingen
Spreekwoorden
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- winteraanbieding
- winteraanbod
- winteraas
- winterabonnement
- winteraccessoires
- winteractiviteit
- winterafsluiting
- winterafvoer
- winterakoniet
- winterandijvie
- winterappel
- winterartikel
- winterasperge
- winterassortiment
- winteravond
- winterbaan
- winterbaars
- winterbamboe
- winterband
- winterbed
- winterbedding
- winterbedekking
- winterbeeld
- winterbehandeling
- winterbemaling
- winterbeplanting
- winterbergamot
- winterberging
- winterbescherming
- winterbeschutting
- winterbestand
- winterbestemming
- winterbestendig
- winterbeurt
- winterbezigheid
- winterbiatlon
- winterbier
- winterbiet
- winterbijeenkomst
- winterbiotoop
- winterbivak
- winterblauw
- winterbloei
- winterbloeiend
- winterbloeier
- winterbloemkool
- winterblues
- winterbock
- winterboek
- winterboeking
- winterbok
- winterboter
- winterbreiboek
- winterbries
- winterbrochure
- winterbroek
- winterbuffet
- winterbus
- wintercampagne
- wintercamping
- wintercatalogus
- wintercircuit
- wintercollectie
- wintercompetitie
- winterconcert
- winterconferentie
- wintercontrole
- wintercursus
- winterdag
- winterdecoratie
- winterdefilé
- winterdek
- winterdeken
- winterdepressie
- winterdienst
- winterdiesel
- winterdijk
- winterdis
- winterdrank
- winterduatlon
- winterduik
- winterduisternis
- wintereik
- winterellende
- wintereten
- winterevenement
- winterexpositie
- winterexpres
- winterfair
- winterfeest
- winterfeestdag
- winterfestival
- winterfiets
- winterfleece
- winterfoor
- wintergarderobe
- wintergast
- wintergebied
- wintergedicht
- wintergedrag
- wintergemiddelde
- wintergenoegens
- wintergerecht
- wintergerst
- wintergezel
- wintergezicht
- wintergladheid
- wintergloed
- wintergoed
- wintergraan
- wintergrafiek
- wintergras
- wintergroen
- wintergroente
- winterhalfjaar
- winterhanden
- winterhandschoen
- winterhard
- winterheide
- winterheilige
- winterhelder
- winterheliotroop
- winterhemel
- winterhinder
- winterhok
- winterhol
- winterhoofdstad
- winterhuid
- winterhuis
- winterhulp
- winterhut
- winterimpressie
- winterinformatie
- winterinspectie
- winterjachtgebied
- winterjachtverbod
- winterjack
- winterjas
- winterjasmijn
- winterjong
- winterkamp
- winterkamperen
- winterkampioen
- winterkampioenschap
- winterkast
- winterkenmerk
- winterkind
- winterklaar
- winterklassieker
- winterkledij
- winterkleding
- winterkleed
- winterkleren
- winterkleur
- winterklimaat
- winterklus
- winterkoffie
- winterkoken
- winterkoning
- winterkoningin
- winterkool
- winterkoolzaad
- winterkoopje
- winterkoren
- winterkost
- winterkostuum
- winterkou
- winterkraai
- winterkringkampioenschap
- winterkringwedstrijd
- winterkuil
- winterkwaal
- winterkwaliteit
- winterkwartier
- winterkweek
- winterlaag
- winterlaars
- winterland
- winterlandschap
- winterleesboek
- winterletsel
- winterleven
- winterlicht
- winterligging
- winterlijster
- winterlinde
- winterlingerie
- winterlinie
- winterlockdown
- winterloon
- winterlucht
- wintermaand
- wintermaillot
- wintermantel
- wintermantelpak
- wintermarathon
- wintermarkt
- wintermeeting
- wintermelk
- wintermenu
- wintermiddag
- wintermodder
- wintermode
- wintermodekleur
- wintermodel
- wintermoesson
- wintermorgen
- wintermot
- wintermug
- winternacht
- winternaseizoen
- winterneerslag
- winternest
- winternevel
- winternorm
- winternota
- winternummer
- winterochtend
- winteroffensief
- winterolympiër
- winteromstandigheden
- winteronderhoud
- winteronderkomen
- winteronweer
- winteroog
- winteroogst
- winteroord
- winteroorlog
- winteropslag
- winteropvang
- winterpak
- winterpakijs
- winterpaleis
- winterpanty
- winterpauze
- winterpeen
- winterpeil
- winterpendelseizoen
- winterperikelen
- winterperiode
- winterpij
- winterplaatje
- winterplaats
- winterplant
- winterplezier
- winterpompoen
- winterportret
- winterpostelein
- winterpracht
- winterprei
- winterpremie
- winterpresentatie
- winterpret
- winterprijs
- winterprijsvraag
- winterprik
- winterproblemen
- winterproduct
- winterproductie
- winterprogramma
- winterprogrammering
- winterprovisie
- winterpull
- winterrammenas
- winterreces
- winterregeling
- winterregen
- winterreis
- winterreserve
- winterresidentie
- winterreünie
- winterreus
- winterrietpeer
- winterrogge
- winterrust
- wintersafari
- wintersamenstelling
- winterschaarste
- winterschade
- winterschema
- winterschemering
- winterscheut
- winterschilder
- winterschilderwerk
- winterschoeisel
- winterschoenen
- winterschotel
- winterschuilplaats
- winterseizoen
- wintersemester
- winterserie
- wintersetje
- wintersfeer
- wintersilhouet
- wintersituatie
- wintersjaal
- winterslaap
- winterslaapplaats
- winterslaapzak
- winterslaper
- winterslee
- wintersluiting
- wintersmog
- wintersneeuw
- wintersnoei
- wintersokken
- wintersolstitium
- winterspeeltuin
- winterspelen
- wintersperperiode
- winterspinazie
- wintersport
- wintersporter
- wintersprookje
- winterspruitje
- winterstage
- winterstaking
- winterstalling
- winterstand
- winterstek
- wintersteppe
- wintersterfte
- wintersterrenbeeld
- wintersterrenhemel
- winterstilte
- winterstop
- winterstorm
- winterstuk
- wintersymposium
- wintertafereel
- wintertak
- wintertaling
- wintertarwe
- winterteelt
- wintertemperatuur
- wintertenen
- wintertent
- wintertentoonstelling
- winterterritorium
- wintertest
- wintertijd
- wintertip
- wintertitel
- wintertocht
- wintertoerisme
- wintertoerist
- wintertoernooi
- wintertoestand
- wintertoneel
- wintertooi
- wintertopper
- wintertournee
- wintertraining
- wintertrein
- wintertrek
- wintertrekvogel
- wintertriatlon
- wintertrimester
- wintertrip
- wintertros
- wintertruffel
- wintertrui
- wintertuin
- wintertype
- winteruitrusting
- winteruitvoering
- winteruniform
- winteruur
- wintervacht
- wintervakantie
- wintervast
- wintervel
- winterveldgroente
- winterverblijf
- winterverblijfplaats
- winterverf
- winterverhaal
- winterverlof
- winterverschijnsel
- wintervertelling
- winterverwachting
- wintervest
- winterviolier
- winterviooltje
- wintervisserij
- wintervitrage
- wintervlees
- wintervlieg
- wintervliegvakantie
- wintervlinder
- wintervlucht
- wintervoedering
- wintervoedsel
- wintervoer
- wintervoeten
- wintervogel
- wintervoorraad
- wintervoorstelling
- wintervoortplanting
- wintervorst
- wintervorstschade
- wintervraag
- wintervrucht
- winterwadlopen
- winterwandelen
- winterwandeling
- winterwanten
- winterwarmte
- winterwaterstand
- winterwedstrijd
- winterweek
- winterweer
- winterweerstand
- winterwerk
- winterwerkzaamheden
- winterwind
- winterwit
- winterwortel
- winterwoud
- winterzang
- winterzanger
- winterzee
- winterziekte
- winterzon
- winterzondagmorgen
- winterzonnewende
- winterzorg
- winterzwembad
winter 1.1
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een winter…
is een jaargetijde; is een periode; is een tijd
Algemene voorbeelden
Cycas revoluta maakt zelfs aanstalten om enkele nieuwe bladeren te produceren en Dicksonia squarrosa, die ik deze winter bijna had laten uitdrogen, heeft dan toch uiteindelijk enkele nieuwe bladeren ontrold.
Jaarlijks overwinteren tot 6000 vogels in en om het domein. Bij strenge winters loopt dit aantal soms op tot 10.000 eenden en ganzen.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- de barre winter
- de harde winter
- de koude winter
- de lange winter
- de natte winter
- de strenge winter
- de zachte winter
- een barre winter
- een harde winter
- een koude winter
- een lange winter
- een natte winter
- een strenge winter
- een zachte winter
Het was een barre winter geweest in de Kempen: in november reeds had de vorst de grond keihard gemaakt, het gras verdord, de bomen tot schraalhanzen gedoemd en de dieren in het sanctum sanctorum van hun holen of nesten gedreven; december en januari waren bedolven geweest onder een onbarmhartige laag sneeuw; en februari had met de naweeën van al die ellende geen weg geweten.
'Het wordt een harde winter', bromden de boeren, werkeloos rond de haard gezeten en door de vrieskou gedwongen binnen te blijven.
De uitzonderlijk koude winter gaf toen trouwens in nog meer steden aanleiding tot allerhande ijsvermaak.
Hij streek hard over het blauwe suède op beide schouders; na een lange winter aan een kleerhanger moest de blouson weer de vorm van zijn lichaam aannemen.
De huidige droogteperiode is nog niet ten einde. Ze begon in juli 1995, na een bijzonder natte winter.
Meteorologisch doet een dergelijke strenge winter zich éénmaal om de 95 jaar voor.
Het is bollentijd, van nu tot eind november. Mochten we een zachte winter krijgen, dan kunnen we ze zelfs nog planten in december.
- de voorbije winter
- de vorige winter
- voorbije winter
- vorige winter
- verleden winter
Voor aanvang van de voorbije winter lieten 1,5 miljoen mensen zich vaccineren.
Na de vorige winter merkte de technische dienst van de gemeente dat de araucarias wegkwijnden. De boomchirurg, waarop het gemeentebestuur beroep deed, is niet erg optimistisch.
Voorbije winter werd het huisje lichtjes aangepast.
Vroeg of laat moet elke beetje fanatieke wintersporter eraan geloven [...]. Hij moet en zal het snowboarden onder de knie krijgen. Voor mij brak dit moment vorige winter aan - rijkelijk laat want de sport wordt al tien jaar in Europa beoefend.
Dat de vernieuwde accommodatie in trek is bij schaatsers is verleden winter reeds gebleken.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- aanstaande winter
- de komende winter
- komende winter
Fabrikanten werken vooruit - deze week zijn op de Düsseldorfse modebeurs de wintercollecties voor aanstaande winter al te zien - dus worden de winkels gedwongen om ook vooruit te werken.
Winterheide is nu wel uitgebloeid en kan dus een vormsnoei goed gebruiken. Snoei net onder de uitgebloeide bloemtrossen. Op de scheuten die daarna zullen uitgroeien, zullen de planten in de komende winter opnieuw bloeien.
Een logistieke nachtmerrie. Nu al is het twijfelachtig of het lukt om ons voor september, als de eerste sneeuw valt, op de komende winter voor te bereiden.
- de naderende winter
Een kille, grijze herfstdag, de toppen van de Alpen onzichtbaar geworden in de naderende winter.
- de volgende winter
- volgende winter
Voor de volgende winter moet de nieuwe verwarming van de kerk klaar zijn.
Bij ons maakt hij sinds vorig jaar furore met zijn uitgekiende schoenencollectie, en vanaf volgende winter komen daar kleren bij.
- de voorgaande winter
- voorgaande winter
Met gladheidsbestrijding zijn we het hele jaar bezig. Ieder jaar na 1 april evalueren we de voorgaande winter en overleggen met de gemeente Haarlemmermeer en met de dorps- en wijkraden over wat beter kan.
Ook zal Kaapstad evenals voorgaande winter weer dagelijks worden aangeboden aan de passagier.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- de afgelopen winter
- afgelopen winter
Het museum is de afgelopen winter grondig vernieuwd en vergroot, tevens is de collectie flink uitgebreid.
ZOAB-wegen brokkelen na een paar jaar af. Kleine steentjes, waar het zeer open asfalt beton uit bestaat, springen in het rond waardoor beschadigingen aan auto's en autoruiten ontstaan [...]. Met name afgelopen winter is het probleem op veel rijkswegen gesignaleerd.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: van
- de winter van 1999
- de winter van datzelfde jaar
In de winter van 1999-2000 telden we meer dan 25 overwinterende vleermuizen.
In de winter van datzelfde jaar gooide Johnny op een morgen een dossier op mijn bureau.
in voorzetselgroep
- gedurende de winter
- gedurende deze winter
- in de winter
- in deze winter
- na de winter
- na deze winter
- sinds de winter
- sinds deze winter
- tegen de winter
- tegen deze winter
- tijdens de winter
- tijdens deze winter
- tot de winter
- tot deze winter
- vanaf de winter
- vanaf deze winter
De huidige vervoers- en leveringscapaciteiten inzake seizoenbalancering zijn gedimensioneerd op basis van een vraagscenario voor extreme temperaturen zoals gedurende de winter van het jaar 1962-63.
Komende winter zal KLM 3 procent minder stoel - en vrachtcapaciteit inzetten dan in de winter van 2000, door minder te vliegen of kleinere vliegtuigen in te zetten.
De werkzaamheden zouden dan begin november gereed kunnen zijn. Daarover is inmiddels overlegd met vertegenwoordigers van de winkeliers en van die zijde is aangegeven, dat de maanden september en oktober voor de bedrijven in de Haarlemmerstraat voor de verkoop belangrijk zijn. Goede bereikbaarheid is dan essentieel. De winkeliers hebben er daarom op aangedrongen afronding van de herinrichting uit te stellen tot na de winter 2001/2002.
Vooral mijn weerstand tegen virale infecties is sinds deze winter heel slecht.
De conclusie was dat we, mits zeer spaarzaam te zijn [...] nog een paar maanden op onze voorraad en op de moestuin konden leven, misschien iets langer, maar dat we tegen de herfst en zeker tegen de winter met iets anders moesten klaar zijn.
Het systeem werd steeds ingewikkelder, en de rantsoenen minder. Maar tot de winter van 1944-1945 (de Hongerwinter) hielp het voorkomen dat massa's mensen ondervoed raakten.
Vanaf de winter worden de vluchten op Stuttgart en Keulen ook door KLM Cityhopper uitgevoerd.
met substantief ervoor
- volgend jaar winter
- vorig jaar winter
Wat we volgend jaar winter nog zeker zullen zien zijn de stoere enkellaarsjes met hoge plateauzolen.
Vorig jaar winter dreigde het baggerwerk ook al roet te gooien in het schaatsplezier, maar toen ging het zo streng vriezen dat de aannemer wel moest stoppen.
Vaste verbindingen
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
winter 1.2
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.2 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Winter…
is een weersgesteldheid; is een toestand
Algemene voorbeelden
We hebben (nog) geen echte winter gehad in onze contreien. Wel fris, nat, regenachtig dan wel modderig en af en toe flinke wind, maar koud?
Hier in België hebben we dit jaar (of toch deze winter) nog niet écht winter gehad. Maar de weervoorspellingen zeggen dat het kouder gaat worden.
winter 1.3
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.3 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
De winter…
is een periode; is een tijd
Algemene voorbeelden
Ik hoopte toen nog dat ik een vrouw zou ontmoeten met wie ik op een aangename manier de herfst en de winter van mijn leven door zou komen.
De stilte en de rust hielpen Martha om zich in haar lot te schikken en dit bijna contemplatieve leven te leiden [...]. Toen al haar kinderen gestorven waren en in de vreemde begraven, maakte Martha zich klaar voor de winter van haar leven.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
winter 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een winter…
is een voorstelling
- [Object betroffen] stelt een winters tafereel of een winterlandschap voor
Algemene voorbeelden
Pracht van een Winter op doek incl. lijst 60 x 50 cm.
Winter, Adriaen Pietersz. van de Venne, 1625, olieverf op paneel, h 14.6 cm × b 37.1 cm.