winterseizoen


winterseizoen 1.0

deel van het jaar waarin het winter is; seizoen van de winter

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een winterseizoen…

is een seizoen; is een periode; is een tijd

      Hoofdsemagram: winter


      Algemene voorbeelden


      De Gasunie leverde toen in één etmaal 529 miljoen kubieke meter aardgas af, tegen een "normale" gemiddelde levering in het winterseizoen van 380 tot 420 kubieke meter per dag.

      NRC,

      Vijverspecialisten raden ook al eens aan om vorstgevoelige waterplanten tijdens het winterseizoen merkbaar dieper in de vijver neer te laten, zodat de containermand - en daarmee de wortelstok - zeker niet ingevroren kan geraken.

      De Standaard,

      Het Institute of Nautical Archaeology leert de commerciële duikers hoe ze een archeologische site kunnen herkennen, door hen afbeeldingen te tonen van voorwerpen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een scheepswrak. In het winterseizoen, wanneer er niet wordt opgegraven en ook de sponsduikers niet werken, trekken de Turkssprekende leden van het team langs de dorpen om hen te ondervragen. Vaak nemen ze de sponsduikers mee op zee om de plaats aan te wijzen.

      http://studwww.rug.ac.be/~sgeelen/inleiding.htm

      winterseizoen 1.1

      periode van de winter in een bepaald jaar

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Een winterseizoen…

      is een seizoen; is een periode; is een tijd

          Algemene voorbeelden


          Er zijn bij de hengelaarsvereniging geen meldingen binnengekomen over massale sterfte gedurende het winterseizoen.

          Meppeler Courant,

          Mensen met luchtwegenaandoeningen, hartziekten, nieraandoeningen, diabetes of een verzwakt afweerstelsel doen er goed aan zich vóór elk winterseizoen te laten vaccineren.

          De Standaard,

          winterseizoen 2.0

          jaarlijks terugkerende periode met sporttrainingen en competities in de winter; winterperiode waarin trainingen en wedstrijden van een sport zijn gepland

          Semagram (extra betekenisinformatie)


          Een winterseizoen…

          is een seizoen; is een periode; is een tijd

          • [Functie] is bestemd voor sportbeoefening
          • [Frequentie] keert jaarlijks terug
          • [Tijd] vindt plaats in de wintermaanden

            Algemene voorbeelden


            In aanloop naar Sydney is vooral gezocht naar het beste trainingsprogramma, dat men in de voorbereiding zou moeten volgen. Hiervoor werden de roeisters in het winterseizoen eens per 4 à 5 weken getest. In de tussenliggende perioden varieerde het trainingsprogramma om de respons op individueel en groepsniveau te kunnen bekijken.

            http://www.inspanningsfysiologie.org/core.html

            De tijd dat een winterseizoen slechts tien tot twaalf zesdaagsen telde en dat er nauwelijks een overlapping was, dreigt straks weg te vallen.

            De Standaard,

            Beide banen en andere aanpassingen moeten klaar zijn voor het nieuwe winterseizoen. Het ijsstadion in Heerenveen legt zelf 10 miljoen gulden op tafel, de rest bestaat uit subsidies.

            De Telegraaf,

            Tijdens de slotavond van de eerste zesdaagse van het nieuwe winterseizoen verdrongen zij Risi-Betschart van de leiding.

            De Standaard,

            Vincent Rousseau had weinig moeite om zijn eerste zege van dit winterseizoen binnen te halen in Grimbergen.

            De Standaard,

            winterseizoen 3.0

            jaarlijks terugkerende periode met evenementen op het vlak van cultuur en ontspanning in de winter, zoals theatervoorstellingen, filmvertoningen, optredens enz.; winterperiode waarin evenementen op het vlak van cultuur en ontspanning zijn gepland

            Semagram (extra betekenisinformatie)


            Een winterseizoen…

            is een seizoen; is een periode; is een tijd

            • [Functie] is bestemd voor evenementen op het vlak van cultuur en ontspanning zoals theatervoorstellingen, filmvertoningen, optredens enz.
            • [Frequentie] keert jaarlijks terug
            • [Tijd] vindt plaats in de wintermaanden

              Algemene voorbeelden


              Het Frysk Selskip 'Waling Dykstra' houdt zaterdag de eerste toneelavond van dit winterseizoen.

              Meppeler Courant,

              Het laatste concert van dit winterseizoen, op zondag 13 februari, is van een geheel ander genre.

              Meppeler Courant,

              Over de programmering voor het winterseizoen kan RTL nog geen gegevens verstrekken.

              NRC,

              winterseizoen 4.0

              jaarlijks terugkerende periode in de winter die bestemd is voor activiteiten die verband houden met toerisme of andere vormen van vrijetijdsbesteding

              Semagram (extra betekenisinformatie)


              Een winterseizoen…

              is een seizoen; is een periode; is een tijd

              • [Functie] is bestemd voor activiteiten op het vlak van toerisme en andere vormen van vrijetijdsbesteding
              • [Frequentie] keert jaarlijks terug
              • [Tijd] vindt plaats in de wintermaanden

                Algemene voorbeelden


                In Italië zijn de prijzen voor het winterseizoen gestegen, want de koers van de lire is, in verhouding met vorig jaar, de hoogte ingegaan. Of de vakantiegangers er de duurdere prijzen bovenop zullen nemen, moet Omnium tours nog afwachten.

                De Standaard,

                Het dorpje dat jaarlijks goed is voor meer dan een half miljoen toeristische overnachtingen, is uitgeteld na een druk zomerseizoen en doet krachten op voor het nieuwe winterseizoen.

                De Standaard,

                Toen het bergtreintje, dat Wengen met de rest van de wereld verbindt, ook in de winter ging rijden, ontpopte Wengen zich als wintersportplaats. Veertig jaar lang bracht het winterseizoen meer inkomsten dan de zomer, maar nu lijkt een kentering in zicht: vorig jaar was de zomer voor het eerst nagenoeg even belangrijk als de winter.

                De Standaard,

                winterseizoen 5.0

                jaarlijks terugkerende periode in de winter waarin men waren van een bepaalde soort of van een wisselend model of ontwerp te koop aanbiedt, zoals wintermode, consumentenelektronica enz.

                Semagram (extra betekenisinformatie)


                Een winterseizoen…

                is een seizoen; is een periode; is een tijd

                • [Doel of bestemming] is bestemd om te verkopen
                • [Frequentie] keert jaarlijks terug
                • [Tijd] vindt plaats in de wintermaanden
                • [Object betroffen] heeft betrekking op vaak seizoengerelateerde koopwaar

                Algemene voorbeelden


                Toevallig of niet, vijftig jaar na de bevrijding is oranje de kleur die eruit knalt in het volgende winterseizoen, tussen al het chocolade- en koffiebruin, zwart, grijs, ivoorwit en poederige, bleke pastels.

                NRC,

                De detaillist in mannenkostuums kreeg in ieder geval een idee hoe hij in het winterseizoen 95-96 op een modieus verantwoorde manier in de haperende markt kan overleven.

                NRC,

                Sony alleen brengt dit winterseizoen 13 verschillende SA-CD spelers op de markt.

                http://www.hifihome.be/recent.asp

                De minder goede omzet van het winterseizoen goedmaken tijdens de koopjesperiode is dus niet gelukt.

                De Standaard,