winterperiode 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een winterperiode…
is een periode
- [Deel] bestaat uit de maanden van de winter, doorgaans december, januari en februari, of ruimer ook, bovendien uit daaraan voorafgaande en daarop volgende maanden met winterse of ongunstiger weersomstandigheden
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] wordt meestal gekenmerkt door ongunstig of ook koud weer, al dan niet met vorst of sneeuw
Algemene voorbeelden
Een reuzenhaai filtert met een snelheid van 40 km/u op deze manier wel 1500 ton water per uur. Rond november verliezen ze hun kieuwzeef, maar deze groeit terug aan in februari. Tijdens deze winterperiode eten ze dus niet, ook al omdat er geen plankton is. Hoe de reuzenhaai in de winter aan z'n energie komt is nog niet duidelijk.
Bij analyse van de neerslagwaarden voor de winterperiode (oktober tot en met maart) en de zomerperiode (april tot en met september) zien we de fluctuaties nog duidelijker.
In de winterperiode van 1 september t/m 30 april kunt u met de Advantage Card op maandag t/m vrijdag, maar ook zaterdag en zondag tussen 08.30 en 19.00 uur vrije tennisbanen reserveren.
Naast allerlei pioniersplanten die er begonnen te groeien, kreeg het gebied ook aanzien door de steeds groter wordende vogelpopulatie, zowel in de broedtijd alsook tijdens de voor- en najaarstrek en de winterperiode.
Elk jaar opnieuw, na de winterperiode, wanneer de eerste nieuw ontluikende groene scheuten zich een weg banen naar het zonlicht, tronen hoog boven de kruidentuin, de verdroogde stengels en bloemenschermen van de Grote Engelwortel.
De zogenaamde Hollandse irissen, die tegenwoordig bij de florist het ganse jaar door beschikbaar zijn, zijn eigenlijk geen geschikte tuinplanten [...]. In een speciaal snijbloemenhoekje verdienen ze echter wel hun plaats. Plant ze op een diepte van 7 tot 8 cm en 10 cm van elkaar. In de winterperiode hebben ze wel een beschermende deklaag nodig.
Voor een schaapherder is de winterperiode telkenjare een zorgelijke tijd. Immers in deze tijd van het jaar is er in de natuur weinig voedsel voor de dieren te vinden. Alle schapen en vooral de dieren die lammeren hebben of krijgen moeten dan worden bijgevoerd. Dat voer moet gekocht worden en voor een kudde van meer dan 300 schapen, vergt dat een heel bedrag.