wintermorgen 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een wintermorgen…
is een morgen; is een periode
- [Tijd] situeert zich in de winter
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is vaak koud en mistig en wordt soms gekenmerkt door een strakke blauwe lucht met zon
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- druilerige wintermorgen
- koude wintermorgen
- gure wintermorgen
- mistige wintermorgen
- prachtige wintermorgen
- regenachtige wintermorgen
- zonnige wintermorgen
Buiten in Den Haag is het een druilerige wintermorgen, binnen in de Dr. Anton Philipszaal heerst een geweldig kabaal van zo'n 1.500 scholieren, die hun eerste klassieke concert gaan meemaken.
Het waren van die warme, zonnige dagen waarnaar je kunt verlangen op een regenachtige herfstdag of een gure, koude wintermorgen.
Een mistige wintermorgen in Noord Holland. Kwart over negen, net boven het vriespunt. Een zachte, vredige wereld, gehuld in een deken van pasteltinten.
Het weer zat mee: een prachtige zonnige wintermorgen in een prachtig natuur / cultuurgebied op Tulder in Esbeek.
In het vierde jaar van haar geneeskundestudie kruist haar blik op een regenachtige wintermorgen die van haar pathologiedocent.
- vroege wintermorgen
De natuur nog altijd bron van betovering, zo blijkt uit de tientallen reacties hierop. "Lopen langs de vloedlijn, de zilte zeelucht in mijn haren," zegt een inzendster, terwijl een andere "de voelbare, heilzame stilte in het bos van de vroege wintermorgen" prijst.
Een vroege wintermorgen in het jaar 54 voor Christus, diep in het land van de Eburonen. Er hangt spanning in de lucht. De Romeinse legioenen onder leiding van Cotta en Sabinus hebben hun winterkamp verlaten.
in voorzetselgroep
- op een wintermorgen, op wintermorgens
Nooit meer op een wintermorgen de autoruiten krabben. De boodschappen onder dak uitladen als het regent. Een carport heeft het hele jaar door voordelen.
Van deze favoriete soep van de havenarbeiders in Tunis, die hem op wintermorgens als ontbijt nemen, bestaan veel variaties.