meubelwinkel 1.0
winkel waar meubelen verkocht worden; winkel waar men meubelen kan kopen; meubelzaak
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een meubelwinkel…
is een winkel; is een bedrijf
- [Activiteit of handeling] biedt te koop aan
- [Belanghebbende of begunstigde] verkoopt aan de particuliere klant
- [Object betroffen] verkoopt meubelen
Algemene voorbeelden
Onze internationale collectie in de meubelwinkel bestaat uit banken, fauteuils, tafels, salontafels, eetkamerstoelen, verlichting, accessoires, kunst, verlichting en stoffering.
De behandeling kan tijdens verschillende fasen van het productieproces worden uitgevoerd, bijvoorbeeld tijdens de fabricage van textiel en tapijt; tijdens het looien van leder in de leerlooierij; vlak na het chemisch reinigen in de stomerij en op nieuw gestoffeerde meubelen in de meubelwinkel.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
meubelwinkel 1.1
gebouw waarin een meubelwinkel gevestigd is
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een meubelwinkel…
is een gebouw
Algemene voorbeelden
In Kinrooi heeft vannacht een brand gewoed in een leegstaande meubelwinkel.