mieteren 1.0
(zeer informeel)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Mieteren…
is een handeling
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: achter
- iets achter iets mieteren
Ik vond het belachelijk om te zien hoe moeder tierend naar binnen rende, een door mij weggeworpen lap vlees in een boterhammenzak hoog boven haar hoofd geheven. 'Wie heeft dit achter het fornuis gemieterd? Al weken ruik ik een rottingslucht.'
Voorzetsel: bij
- iets (alles) bij elkaar mieteren
En tot slot de restjes opmaken. Alles bij elkaar mieteren. Zoals de Russen doen. Wodka, cognac, likeur, weer wodka, koffie, wijn, sjampanskoje, alles door elkaar in de thermoskan.
Voorzetsel: in
- iets of iemand in iets mieteren
Het was een oude kieskeurige criticus van wie het kale hoofd een karakteristieke vorm had dat elke première verlichtte en wiens hartstochtelijk plezier er in bestond jonge mannen voor een korte tijd vanuit zijn beoordelend gezichtspunt op te hemelen, om ze met minachting weer in de diepte te mieteren wanneer zij zichzelf hadden overschat.
'Ik heb Alma's kleed in de vuilnisbak gemieterd. Het werd me even te veel.'
Dat gemopper over het stadsbeeld begrijp ik nauwelijks. Vies is het, maar minder vies dan vroeger. Onze eigen Gerard Reve bekent in Brieven aan Josine M. dat hij, en dat was in de late jaren zestig, nog vrolijk vuilniszakken vol smeerboel in de gracht mieterde. Dat moet hij nou niet meer proberen.
Ik gruwde als ik op de HBS het zoontje van de advocaat Tuinman met een verwend neusje het broodbeleg zag inspecteren om vervolgens zijn twaalfuurtje in de vuilnisbak te mieteren. Ziedend werd ik bij het zien van aardappelen of restjes soep die door de plee gespoeld werden.
Ze keken elkaar aan. Trix de jongen alsof ze hem zo achterover het trapgat in wilde mieteren, de jongen Trix, alsof hij zich van louter ellende ruggelings de trap zou afwerpen.
Voorzetsel: tussen
- iets ergens tussen mieteren
Ik rijd over Amsterdam naar huis en dan ga ik op het Leidseplein een paar broodjes halfom eten. Je weet wel, bij die zaak waar ze een ons lever en een ons pekel ertussen mieteren.
Voorzetsel: uit
- iets of iemand uit iets mieteren
Terwijl ze daarover praatten, voelde Maarten een grote woede opkomen, een vertraagde reactie, zoals dat bij hem altijd ging. 'Het liefst zou ik de hele troep eruit mieteren,' zei hij driftig.
De BMW had hij aan een Duitser verpatst en van het geld had hij een brommer en een karrenvracht xtc-pillen gekocht. En de zak met boeken? Die hadden ze onderweg ergens in Wallonië de auto uit gemieterd.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
mieteren 2.0
(zeer informeel)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Mieteren…
is een handeling
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: naar
- naar beneden mieteren
Hij had trouwens meer eigenaardigheden, op de trap slapen bijvoorbeeld, altijd op een andere tree. Oom Ben is een keer over hem gestruikeld en naar beneden gemieterd - van niet al te hoog, alleen zijn bril was kapot.
Voorzetsel: uit
- uit iets mieteren
'Wat moet Ruinen nu verder zonder Klaas de Boer?' 'Zeg dat wel mijnheer', antwoordt hij lachend, daarbij een dermate scheve positie innemend dat iemand die hem niet beter kent zou denken dat hij elk moment zijdelings uit zijn stoel kan vallen. De Boer zou waarschijnlijk het werkwoord 'mieteren' gebruiken, want ondanks zijn universitaire opleiding is bekakt taalgebruik hem vreemd. Onder de bevolking heeft hij de naam opgebouwd een burgemeester te zijn die 'altijd gewoon is gebleven'.
Helemaal van de wereld weg, de naam zegt het al: Gelders-End. Voor straf naar Gelders-End. Omdat je bij je geboorte uit het nest bent gemieterd en daardoor een 'onaangepast' gedrag gaat vertonen.
Voorzetsel: van
- van iets (af) mieteren
Sinterklaas. Hij is van het dak gemieterd met die baard van hem en heeft zijn poot gebroken.