mond 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een mond…
is een holte; is een lichaamsdeel; is een deel
- [Kleur] is rood
- [Deel] heeft aan de buitenkant twee lippen en bevat aan de binnenkant de tong, het gebit, het gehemelte en de huig
- [Geheel] is een deel van het hoofd
- [Functie] wordt gebruikt om mee te eten, te drinken, te spreken, te kussen, te proeven, enz.; wordt ook gebruikt om door te ademen
- [Begrenzing] wordt aan de buitenkant door de lippen omsloten
- [Plaats] bevindt zich aan de voorzijde van het hoofd, onder de neus
- [Bezitter of eigenaar] is een lichaamsholte van de mens, maar ook van sommige dieren, bv. paarden of katten
Algemene voorbeelden
Suzannes tong hing uit haar mond en er klonk gegrom uit haar keel.
Zijn mond is kurkdroog, zijn tong voelt aan als een oud reptiel.
Zackery en Seth hadden op laatst geen tanden meer in hun mond, aten alleen nog maar pap en soep.
Wanneer de kat haar mond opendoet, laat u de pil erin vallen.
Ik zeg niets, kijk langs haar naar de schuimende mond van het zwarte paard en zijn rollende ogen.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- bewegen
- dichtgaan
- lachen
- opengaan
- openstaan
- openvallen
- samenknijpen
- scheeftrekken
Haar mond bewoog alsof ze nog iets wilde zeggen, maar geen woord kwam over haar lippen.
Zijn mond lachte, maar zijn blik was ijskoud.
Zijn mond ging open en dicht maar er kwam geen geluid uit.
Hoewel de wonden genezen zijn lijkt de man nog steeds in shock, zijn oog staart verbijsterd naar de grond, zijn mond staat open.
Pols zijn mond viel open van verbazing; zijn grote wens ging zo in vervulling.
We keken elkaar aan tussen de gasten door en haar mond kneep samen van ergernis.
Als ze lachte trok haar mond scheef.
als object bij een werkwoord
- iemands mond afvegen
- iemands mond opendoen
- iemands mond openen
- iemands mond openhouden
- iemands mond opensperren
- iemands mond schoonvegen
- zijn mond afvegen
- zijn mond opendoen
- zijn mond openen
- zijn mond openhouden
- zijn mond opensperren
- zijn mond schoonvegen
- zijn mond houden
- zijn mond opentrekken
- zijn mond spoelen
- zijn mond vertrekken
Ik deed mijn mond wel open maar er kwam geen klank uit.
Ik houd liever mijn mond dan dat ik leugens vertel of er omheen draai.
Zij opent haar mond om te huilen van schrik en pijn maar er komt geen geluid.
De wind blies de oren van mijn hoofd. Het begon te regenen. Ik sperde mijn mond wijd open. Ik had niets om het regenwater mee op te vangen. Te eten had ik niets.
Ik spoelde mijn mond en nam een slok water.
Ze trok haar mond wijd open en bewoog haar kaken alsof ze op een perzikpit kauwde.
Hij veegt haar mond af met een doekje dat hij net als het sap tegenwoordig altijd bij zich heeft.
Ze veegt zijn mond schoon en bergt de spulletjes op.
Leen vertrekt zijn mond, een soort samenknijpen van de lippen dat deels weerzin, deels inschikkelijkheid uitdrukt, en zucht.
met adjectief ervoor
- een brede mond
- een droge mond
- een eigen mond
- een kleine mond
- een open mond
- een rode mond
- een scheve mond
- een sensuele mond
- een tandeloze mond
- een volle mond
- een wijdopen mond
Ze was van een onalledaagse schoonheid, met hoge jukbeenderen en een brede mond, die op haar artiestenfoto's altijd zwaar is aangezet met donkere, glanzende lippenstift.
Je krijgt veel dorst met daarbij een droge mond.
In de bek van een hond leven veel minder bacteriën dan in uw eigen mond.
De specifieke, heel persoonlijke combinatie van lichte ogen, benige neus en kleine mond.
Ze lag op haar rug te slapen, uit haar open mond kwam zacht geknor.
Josien met de wilde haren en de rode mond.
Een van de mannen had een scheve mond, waardoor het leek alsof hij altijd lachte.
Een brede, sensuele mond, grote, donkerbruine ogen, krullend haar, intense blik.
De oude man lachte zijn tandeloze mond bloot en Deleu voelde dat hij gescoord had.
Haar sensuele, volle mond was knalrood gestift en ze liep op stilettohakken.
Uit haar wijdopen mond zwelt een roze bel speeksel en bloed.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- een bewegende mond
- een gapende mond
- een lachende mond
- een openhangende mond
- een openstaande mond
- een schreeuwende mond
Ze keek naar mij en naar mijn bewegende mond.
Zij zat nu rechtop in bed, haar ogen groter nog dan haar gapende mond, en greep met beide handen in het laken tussen haar dijen.
Ze keken op met rode, lachende monden en zonden kushanden door het gesloten raam omhoog.
Ze kijken met openhangende mond naar het huis van vader en moeder.
Ik kon alleen nog maar naar hem kijken, in zijn wijd uiteenstaande blauwe ogen, naar zijn half openstaande mond, zijn tedere lippen.
Het verwrongen gezicht, de schreeuwende mond, het schokkende lijf, de dikke lippen, open neusgaten.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een geopende mond
- een gesloten mond
- een getuite mond
- een geverfde mond
- een ingevallen mond
- een opengesperde mond
- een opengevallen mond
- een samengeknepen mond
- een uitgedroogde mond
- een verbeten mond
- een volgepropte mond
In de geopende mond stak een duidelijk zichtbare prop gestold bloed.
Zo af en toe neuriede ze met gesloten mond een oud schoolwijsje.
Twee getuite monden die dichter bij elkaar kwamen.
Ze slaat haar handen voor haar geverfde mond.
En ze stond daar als een tandeloze heks met een ingevallen mond, verwarde zwarte haren en magere zwaaiende armen.
Een bende van parodontologen en kaakchirurgen buigt zich over Johans opengesperde mond.
In de opengevallen mond zaten bruinige tanden, hier en daar ontbrak er een.
Met opgetrokken wenkbrauwen en samengeknepen mond volgde hij het lieveheersbeestje dat over zijn duim liep.
Ik leg een deken over Karen en probeer nog wat water in haar uitgedroogde mond te gieten.
Toen ze een paar minuten later met verbeten mond terugkwam, zei ik dat ze het voorschot natuurlijk mocht behouden.
Ik had verwacht dat ze zouden lachen of op zijn minst nog iets zeggen terwijl ik wegliep met mijn volgepropte mond, maar dat gebeurde niet, er viel een stilte achter mij.
in voorzetselgroep
- door de mond
- iets aan de mond zetten
- iets aan zijn mond zetten
- iets in de mond houden
- iets in zijn mond houden
- iets in zijn mond krijgen
- iets in zijn mond proppen
- iets in zijn mond steken
- iets in zijn mond stoppen
- iets naar zijn mond brengen
- een glimlach om iemands mond
- een glimlach rond iemands mond
- op de mond
- op zijn mond
- tegen de mond
- tegen iemands mond
- iets uit iemands mond horen
- iets uit iemands mond vernemen
- iets uit zijn mond nemen
- via de mond
Kinderen met luchtwegaandoeningen ademen vaak meer door de mond dan door de neus.
Na de lippengymnastiek zette hij de trompet aan zijn mond en begon te spelen.
Door een tomaat in de mond te houden snijden ze zichzelf de adem af, met verstikking tot gevolg.
De geur van de aarde en de smaak van de ramboetan hadden zich in mijn kinderbrein op hetzelfde plekje genesteld, zodat ik jaren later, veertig jaar later, bovenaan die vliegtuigtrap, alleen maar de aarde hoefde te ruiken om de smaak van de ramboetan in mijn mond te krijgen.
Bij die woorden greep hij een vuistvol van het dampende voedsel, wrikte met zijn andere hand mijn moeders mond open en begon de aubergine in haar mond te proppen, stopte slechts wanneer ze begon te kokhalzen, te hoesten, de aubergine over de tafel uit te braken.
Lodewijk wachtte, alsof hij Aadje de gelegenheid wilde geven om weer een hap in zijn mond te steken en de kring rond te kijken.
Ik heb geleerd om geen dingen meer in mijn mond te stoppen die slecht voor me zijn.
'Jeroen is een fascist,' zei ze en bracht haar vork naar haar mond.
Angela liep me gewoon tegemoet, een glimlach om haar mond.
De Commissaris zei het zo lief en geduldig, dat er een aanzet tot een glimlach rond haar mond trok.
In een opwelling sloeg ik mijn armen om zijn nek en kuste hem op zijn mond.
Als ze begint te gillen, ramt hij zijn vuist tegen haar mond.
Het zal vreemd klinken dit uit mijn mond te horen, maar eigenlijk bevalt mij de mentaliteit van de nieuwe bondscoach.
Ze knikte maar durfde de vuist niet uit haar mond te nemen om te zeggen wie het was.
De virussen en bacteriën komen het lichaam binnen via de mond of de neus.
met ander, nevengeschikt substantief
- mond en anus
- mond en keel
- mond en kin
- mond en lippen
- mond en neus
- mond en ogen
- mond en oren
- mond en slokdarm
- mond en tanden
- mond en tong
- mond en wang
Via de natuurlijke openingen (mond en anus) van de mens kan men tegenwoordig ook de hele pijpleiding aan een inwendig onderzoek onderwerpen.
De kleine muceuze speekselkliertjes liggen verspreid onder het slijmvlies van mond en keel.
Voor zijn mond en kin had hij een doek gebonden.
Mond en lippen waren goed getekend en de plooi van een monkellach was nooit ver weg.
Vermijd inademen van rook; houd een doek voor mond en neus.
Meedogenloos accentueert het felle licht de rimpeltjes rond Nina's mond en ogen.
Hij bloedde hevig uit mond en oren, een deel van zijn gelaat was weggeschaafd.
Matig bier drinken blijkt het risico op kanker van mond en slokdarm te verhogen, terwijl matig wijn drinken het risico op deze tumoren ongemoeid laat.
Cariologie en endodontie m.i.v. microbiologie van mond en tanden.
Aangezien de behandeling nadelige gevolgen heeft voor Adriaan's mond en tong kunnen de geplande afscheidsvoorstellingen niet doorgaan.
Het gaf niet dat het een valse glimlach was die mijn mond en wangen een stijf gevoel gaf.
Vaste verbindingen
bij monde van ...
Zie: bij monde van
de vinger op de mond leggen
een grote mond, maar een klein hartje
een mond als een hooischuur
een vieze smaak in de mond hebben van iets
het eten uit zijn mond sparen
het schuim staat hem op de mond
het water loopt of komt iemand in de mond
iemand de mond snoeren
iemand de woorden uit de mond halen of nemen
iemand de woorden uit de mond kijken
iemand een grote mond geven
iemand een slot op de mond doen
iemand iets in de mond leggen
iemand in de mond bestorven liggen
iemand naar de mond praten
iemand vol op de mond zoenen of kussen
iemand voor in de mond liggen
iets in de mond nemen
iets met de mond belijden
iets uit iemands eigen mond horen, vernemen, hebben, e.d.
iets valt iemand uit de mond
met een zuinige mond
met een zilveren lepel in de mond geboren zijn
met open mond naar iets kijken of luisteren
met twee monden praten of spreken
(niet) in de mond (durven) nemen
-
( Met betrekking tot bepaalde woorden)(niet) gebruiken; (niet) durven uitspreken
Het was een ongewoon woord voor hem en hij kende het precieze gebruik ervan niet. Het stemde tot nadenken dat hij het in de mond nam.
Het woord sexy durven zij zelfs niet in de mond nemen, maar het is het allereerste adjectief dat hààr te binnen schiet.
Spreekwoorden
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- mondbeschermer
- mondbeweging
- monddood
- monddouche
- mond-en-klauwzeer
- mondgemeen
- mondgezondheid
- mondharmonica
- mondharp
- mondheelkunde
- mondhoek
- mondholte
- mondhygiëne
- mondkapje
- mond-keelholte
- mondklem
- mondkost
- mondmasker
- mondopening
- mond-op-mondbeademing
- mondorgel
- mondslijmvlies
- mondspoeling
- mondspruw
- mondstuk
- mond-tot-mondreclame
- mondverlegen
- mondvol
- mondvoorraad
- mondwater
mond 2.0
(weinig gebruikt)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een mond…
is een plaats
- [Afmeting] is doorgaans veel breder dan de rest van de rivier
- [Plaats] is de plaats waar een rivier uitmondt in de zee of in een andere rivier
Algemene voorbeelden
Toen deze zeearm in 1970 werd gedicht, had de chemische vervuiling van de Rijn haar hoogtepunt bereikt, waardoor het Haringvliet, samen met Hollands Diep en Biesbosch, werd opgezadeld met geweldige hoeveelheden verontreinigd slib. Saeijs ontleent hieraan een van de 'grote lessen': "Sluit de mond van een rivier nooit af vóór je die rivier weer schoon hebt."
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
mond 3.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 3.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een mond…
is een opening
- [Functie] is bijvoorbeeld de opening waardoorheen iets naar binnen of naar buiten gaat
Algemene voorbeelden
Meneer Vaneenooghe duwde tegen de poort, die als de mond van de hel voor ons openging.
Verminder nu de acetyleen geleidelijk aan tot de vlam terug aan de mond van de lasbrander kleeft.
Zodra de droogijs-korrels de mond van het straalpistool verlaten gaan ze van vaste vorm over in gasvorm. Daardoor treedt er geen oppervlaktebeschadiging op aan het te reinigen materiaal.
Toen ik in de film 'Pasqualino Sette Bellezze', van Linda Wertmüller, Fernando Rey, om aan de gruwelen van een nationaal-socialistisch folterkamp te ontkomen, zelfmoord zag plegen door zich in een eendere monsterlatrine te gooien, schoot me de penetrante doodsgeur in de mond van het vat fecaliën uit de catacomben van mijn kindertijd.
Als ik nu (op 1 jan. 2010) in de mond van het wormgat in het ruimteschip klim, zal ik door de andere mond in onze huiskamer komen op 1 jan. 2000, en daar zal ik mijn jongere zelf ontmoeten.