motto 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een motto…
is een spreuk; is een tekst; is een zaak
- [Omvang concreet] is kort
- [Functie] geeft een opvatting of levensvisie beknopt weer; wordt gebruikt als kernachtige mededeling, of als korte aanduiding van de strekking van een tekst die volgt
- [Plaats] staat soms boven of bij een langere tekst
- [Medium] is geschreven of gesproken
- [Onstoffelijke inhoud] geeft een visie, opvatting of streefdoel weer
Algemene voorbeelden
Tijd is geld, is zijn motto op kantoor.
Het opkomende nationalisme had dus een duidelijk militair aspect; 'een goede man is een soldaat', was het ongeschreven motto.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- luiden
Het motto luidt 'Maakt recht wat krom is'; de 'speerpunten' zijn onder meer een "radicale reorganisatie van het belastingstelsel" dat afrekent met zwartwerkers, fiscale criminaliteit "maar bovenal met de onbetaalbaarheid van het ambtenarencorps waarvan de omvang heeft geleid tot een ambtelijke dictatuur."
in voorzetselgroep
- onder het motto '...'
- onder het motto dat
- onder het motto van
Onder het motto 'het oog wil ook wat' is er ook qua vormgeving het een en ander veranderd in XP.
De kwaliteiten van service en vriendelijkheid zijn ook bij ons ver zoek door de machtsontplooiing van de alomtegenwoordige selfservice. Onder het motto "Wat we zelf doen, doen we beter" wordt de betalende klant zelf aan het werk gezet.
Daar werd het gezelschap in het gemeentehuis welkom geheten door de burgemeester, die onder het motto dat het ijzer het best gesmeed kan worden als het heet is in z'n welkomstwoord pleitte voor een eigen NS-station.
Een sociotherapeut werkt op een dergelijke afdeling en onder het motto van "leren leven met elkaar" geeft de sociotherapeut vorm aan de leerprocessen binnen de groep.
met bezittelijk voornaamwoord
- mijn motto
- ons motto
Het is te gek voor woorden, maar mijn motto blijft: Eerlijk duurt het langst!
Ons motto is: Kinderen naar hun zin, ouders tevreden!