neger 1.0
(beledigend)
Algemene voorbeelden
De Verenigde Staten. Daar heeft men een eeuwenlange ervaring met immigratie. Scheidslijnen tussen de rassen blijken hardnekkig. Blanke immigranten uit verschillende landen van Europa en zelfs uit India blijken te amalgameren, maar negers en Hispano's, en anderzijds Chinezen, vormen hun eigen volksgemeenschappen en concentreren zich in aparte wijken in de steden.
Verscheidene antropologen hebben Pygmeeën ontmoet met grijsblauwe ogen en donkerblond haar. Toch worden ze in vele boeken beschreven als kleine negertjes en volgens negentiende-eeuwse opvatting als zouden zij gedegenereerde dwergachtige negroïden zijn. Maar de Pygmeeën vormen een volkomen afzonderlijk ras, opvallend verschillend van de neger.
Toen ik zag dat er voornamelijk negers woonden dacht ik al aan relicten van Afrikaanse kleurgevoeligheid, bronnen van jazz. Maar er waren ook niet-negerwijken zo geschilderd.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- donkere neger
- forse neger
Het was de donkerste neger die ze ooit had gezien.
Onze gids, een forse neger, begint in de laatste kamer te zingen. Hij heeft een prachtige diepe stem en hij begeleidt zich zelf op de muur van de grot, wat klinkt als een Afrikaanse trom. Ontroerend mooi!
- Afrikaanse neger
- Amerikaanse neger
- Jamaicaanse neger
In mijn tas bewaarde ik een houten doosje met een zilveren armband erin. Had ik in Bretagne op het strand gekocht van zo'n Afrikaanse neger, met een wollen trui en een muts op zijn hoofd, terwijl het dertig graden was.
Op een Nederlandse tv-zender zag ik een documentaire over de enorme invloed die de tangomuziek zou hebben op het leven van heel wat Latino's. (Enigszins vergelijkbaar met de impact van de blues op de Amerikaanse negers).
Want Doe Maar experimenteerde met nieuwe dingen die van ver kwamen, met het ritme van reggae, met de baslijnen van Jamaicaanse negers met dreadlocks.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- breed lachende neger
- glimmende neger
Graag had ik een toneelstuk geschreven, zoiets als De glimmende neger, een mengeling van zang en dans, vleugje ketting, rul kroeshaar en dat soort dingen.
De breed lachende neger in jacquet en naast hem op een stoel gezeten zijn wat bedrukt kijkende bruid, gekleed in een met kant afgezette witte sluier.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- negeraccent
- negerbevolking
- negerbloed
- negerboksen
- negerboy
- negerclub
- negercultuur
- negerdans
- negerdominee
- negerdorp
- Negerengels
- negerfamilie
- negergetto
- negergezicht
- negerhaat
- negerhandel
- negerhart
- negerhater
- negerhoofd
- negerhut
- negerjongen
- negerkerk
- negerkind
- negerknecht
- negerkoek
- negerkolonie
- negerkoning
- negerkop
- negerkunst
- negerland
- negerleider
- negerleven
- negerlied
- negerlip
- negerliteratuur
- negerman
- negermeisje
- negermilieu
- negermop
- negermuziek
- negeropperhoofd
- negeropstand
- negeropzichter
- negerorkest
- negerplastiek
- negerpoëzie
- negerporno
- negerpredikant
- negerprediker
- negerras
- negerrepubliek
- negerrevolte
- negerrijk
- negerritme
- negerroman
- negerslaaf
- negerslavernij
- negerslavin
- negersoldaat
- negerstaat
- negerstam
- negerstem
- negerstemrecht
- negerstudent
- negertaal
- negertiener
- negervervolging
- negervink
- negervlecht
- negervolk
- negervorst
- negervraagstuk
- negervrouw
- negerwijk
- negerzaad
- negerzoen