nepnieuws 1.0
(media, communicatie en telecommunicatie; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Nepnieuws…
is nieuws; is berichtgeving
- [Behandeling of bewerking] wordt vaak bewust verspreid om de publieke opinie te beïnvloeden
- [Stoffelijke inhoud] is meestal onwaar; berust meestal niet op feiten; is suggestief
Algemene voorbeelden
Nepnieuws voor de goede zaak. De Nederlandse abortusboot trok een leger journalisten naar Dublin, maar er was geen abortus mogelijk. Nepnieuws waarmee Women on Waves het spoor volgt van Greenpeace en War Child. Charitainment als middel van bestaan.
Al wekenlang staan de media vol met verhalen over nepnieuws. De verkiezing van Donald Trump heeft veel vragen opgeroepen: was nepnieuws medeverantwoordelijk voor zijn winst? En zo ja, wie is hier dan verantwoordelijk voor?
Een schandaal waarbij een Duitse filmproducent televisiezenders met nepnieuws oplichtte, neemt steeds grotere vormen aan.
Combinatiemogelijkheden
in voorzetselgroep
- de verspreiding van nepnieuws
De effectiviteit van de verspreiding van nepnieuws stoelt op een combinatie van drie factoren. Ten eerste de filterbubbel: een groot deel van ons leven heeft zich verplaatst naar de digitale wereld. Daar worden bijna al onze activiteiten geregistreerd en gebruikt om persoonlijke profielen van ons op te bouwen. Die profielen bepalen vervolgens wat wij online te zien krijgen, bijvoorbeeld op onze tijdlijn in Facebook. Ook webshops stemmen hun producten en prijzen af op onze profielen, en allerlei andere websites tonen gepersonaliseerde advertenties.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- nepnieuwsalert
- nepnieuwsartikel
- nepnieuwsbericht
- nepnieuwsbeschuldiging
- nepnieuwsbestrijder
- nepnieuwsbestrijding
- nepnieuwsbron
- nepnieuwsbuzz
- nepnieuwscampagne
- nepnieuwschecklist
- nepnieuwscijfers
- nepnieuwscrimineel
- nepnieuwsdetectie
- nepnieuwsdetector
- nepnieuwsdiscussie
- nepnieuwsexpert
- nepnieuwsexplosie
- nepnieuwsfabriek
- nepnieuwsfirma
- nepnieuwsgenerator
- nepnieuwsjager
- nepnieuwskaart
- nepnieuwslawine
- nepnieuwslijst
- nepnieuwsmaker
- nepnieuwsmedia
- nepnieuwsmedium
- nepnieuwsonderzoek
- nepnieuwsonderzoeker
- nepnieuwsoorlog
- nepnieuwspagina
- nepnieuwsplaag
- nepnieuwsprobleem
- nepnieuwsproducent
- nepnieuwsprogramma
- nepnieuwsquiz
- nepnieuwsrage
- nepnieuwsschandaal
- nepnieuwssite
- nepnieuwsstrijd
- nepnieuwsstuk
- nepnieuwstsunami
- nepnieuwsverspreider
- nepnieuwsverspreiding
- nepnieuwsvirus
- nepnieuwswalhalla
- nepnieuwswet
Etymologie
Aard herkomst | inheems of leenvertaling |
---|---|
Vroegste datering | Incidenteel gebruikt in de jaren negentig, maar sinds 2016 erg populair. |
Bijzonderheden | Het woord nepnieuws werd in de jaren tachtig en negentig al incidenteel gebruikt, maar werd vooral bekend in 2016, ten tijde van de Amerikaanse presidentsverkiezingen en de kandidatuur van Donald Trump, en daarna, tijdens Trumps presidentschap. |