nestklever 1.0
((vooral) in België; pejoratief; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een nestklever…
is een persoon
- [Burgerlijke staat] is ongehuwd
- [Activiteit of handeling] woont thuis bij zijn ouders
- [Betrokkene] is een jongvolwassene
Algemene voorbeelden
Nestklevers zijn jongvolwassenen die lang bij hun ouders blijven wonen, soms zelfs tot na hun dertigste.
Nestklevers, volgroeide jongeren die het huis niet uitraken en al helemaal geen werk maken van een job.
Doordat de ouders alles voor hun kinderen doen en zo lief voor hen zijn, gaan de kinderen minder snel het nest verlaten. In Vlaanderen spreekt men van 'nestklevers', in Amerika van 'boemerangkinderen': kinderen die na hun studies terug thuis komen wonen [...]. Stof tot nadenken: het grootste aantal nestklevers in Europa woont in Vlaanderen. In Vlaanderen betalen ouders in tegenstelling tot in Nederland ook de studies van hun kinderen.
Jongeren die na hun studies in het ouderlijk huis - "hotel mama" - blijven wonen, wat hen niet alleen de kans geeft om veel geld te besparen (geen huur, leefonkosten e.d.), maar tegelijk ook extra tijd geeft (geen was- en plasactiviteiten, met dank aan mama) om er nog een bijbaantje op na te houden, doopt Herman Konings dan weer nestklevers. Pittig detail: in opdracht van ING berekende de trendwatcher dat zo'n "nestklever" op één jaar tijd 25.000 euro meer kan sparen dan zijn leeftijdsgenoot die het nest wel heeft verlaten.
Etymologie
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2006 |
Bijzonderheden | In andere talen bestaan vergelijkbare woorden. In het Engels spreekt men van boomerangers of boomerang children ('kinderen die als een boemerang steeds terugkeren, bijvoorbeeld na hun studie') of kippers ('kids in parents' pockets eroding retirement savings'), in het Japans heeft men het over parasaito shinguru ('parasietsingles'), in het Italiaans duidt men mannelijke nestklevers aan met het woord mammoni ('mama's grote jongens'). |