onvriendelijkheid 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Onvriendelijkheid…
- [Toepassingsgebied of bereik] betreft het geen rekening houden met of niet aangepast zijn aan de behoeften en gevoelens van anderen
Algemene voorbeelden
Voorts tonen onderzoekingen dat reizigers zich ergeren aan veelvuldige vertragingen op bepaalde lijnen, aan onduidelijke aanwijzingen en gebrek aan comfort in stations, en aan de "onvriendelijkheid" van de mensen die de te schaarse informatiekiosken in de grote stations bemannen.
Inderdaad was de proeverij in vol bedrijf [...]. Ik schuifelde [...] zo onopvallend mogelijk mee met de goed gesoigneerde heren waarvan ik er sommige herkende uit het café. Ze keurden mij met geen blik waardig maar camoufleerden die onvriendelijkheid door net te doen of ze het veel te druk hadden met de wijn.
Ze leed erg onder de sporadische onvriendelijkheid of het ongeduld van sommige verzorgsters, maar had er wel begrip voor: die mensen hebben het zo zwaar, normaal dat ze soms korzelig zijn.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
onvriendelijkheid 2.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een onvriendelijkheid…
is een woord of handeling
- [Functie] wordt gebruikt om iemand mee te kwetsen
- [Waardering] wordt door de aangesproken of benadeelde partij slecht gewaardeerd
Algemene voorbeelden
In de vakbondstent naast het Bonnse kunstmuseum zat vrijdagochtend een dozijn militanten en bestookte de spreker op het televisiescherm met onvriendelijkheden. "Bondsdags-terriër", gromde iemand terwijl minister van Arbeid Norbert Blüm uiteenzette dat ook de regering de sociale zekerheid geenszins wil afkraken.
Na wat onvriendelijkheden te hebben geschreeuwd richting de donkere securityguard, wordt een langharige rocker het gebouw uitgewerkt.
In de daarop volgende weken eskaleerden de wederzijdse onvriendelijkheden. Minister van Kultuur Jack Lang noemde de protesterende intellektuelen zelfs "een stel klowns, die blijk geven van een typisch strukturalistisch gebrek aan konsistentie" en beschuldigde hen ervan dat ze de Franse politieke meerderheid wilden ontwrichten.