oorlogswees 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een oorlogswees…
is een wees; is een kind; is een persoon
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is wees geworden door een oorlog; heeft beide ouders verloren door een oorlog
Algemene voorbeelden
In Addis Abeba was ik verantwoordelijk voor een tehuis voor kleintjes, oorlogswezen, verlaten kinderen.
De eerste keer dat ik iets van sinterklaas kreeg, was op het vliegveld Twente, waar de daar gestationeerde geallieerde en Nederlandse luchtmachtsoldaten in 1945 een feest voor oorlogswezen en kinderen van armlastigen hadden georganiseerd.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- ondervoede oorlogswezen
Lange transporttreinen, wagonladingen vol uitgeteerde en ondervoede oorlogswezen kwamen aan op het station van Enschede.
voorafgegaan door als
- als oorlogswees
Mijn vader stierf aan de IJzer. Als oorlogswees heb ik honger geleden.
Er zaten Duitse vrouwen, die met Hollanders getrouwd waren, in Holland geboren uit Duitse ouders, hun leven lang aan deze kant van de grens woonden, jarenlang als huishoudster in dienst waren, sinds de Eerste Wereldoorlog in Holland verbleven, als oorlogswees waren opgenomen.