wees


wees 1.0

kind van wie de beide ouders overleden zijn; kind zonder ouders

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een wees…

is een kind; is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft geen ouders meer
  • [Geslacht] is een man of een vrouw

    Algemene voorbeelden


    Met zijn hand klopte hij op de hoge rug van zijn oom, terwijl hij zich afvroeg hoe hij zich zo snel mogelijk uit de omstrengeling los kon maken. Hij sloeg hem harder op zijn rug, zo hard dat het zijn oom wel moest hinderen, maar deze legde slechts zijn vingers op Reins achterhoofd en wreef door zijn haren, terwijl hij hysterisch snikkend in zijn oor brulde: 'Laat je maar gaan, stumpert. Je hebt niemand meer over. Je bent een wees.'

    Het staande kwartier, Daphne Buter,

    Het enige wat we gekregen hebben, zijn twee geboorteaktes en een afstandsakte, door zowel hun vader als hun moeder ondertekend. Wezen zijn ze dus niet.

    De Standaard,

    Wezen moeten vanaf twaalf jaar betrokken worden bij de beslissingen over hun persoon en vanaf vijftien jaar bij beslissingen over hun vermogen.

    http://www.notare.be/watnot.htm#h1,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen