opschepper 1.0
(weinig gebruikt)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een opschepper…
is een persoon
- [Activiteit of handeling] verdeelt het (avond)eten over de borden; dient het eten op; schept het eten op
Algemene voorbeelden
Een lekkere maar zeer pittige Mexicaanse soep. Oskar is de opschepper. Van de soep bedoel ik.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: van
- opschepper van het eten
Bep ging in de hongerwinter iedere dag met zus of broer naar de gaarkeuken. Per gezinslid kreeg je dan 1 schep eten in de pan, "maar wij kregen een schepje extra omdat de buurvrouw de opschepper van het eten was".
Marijke: Ik ben ooit begonnen als 'opschepper' van het eten voor de vrijwilligers in de oude kantine van Kinheim. Dat heb ik twee Honkbalweken gedaan en toen ben ik terechtgekomen in het promotieteam, nu voor de derde keer.
opschepper 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een opschepper…
is een persoon
- [Activiteit of handeling] doet zich beter voor dan hij is; schept op; geeft hoog op over iets of iemand, m.n. over zichzelf
Algemene voorbeelden
Macho is niet goed en halfzacht ook niet. Grijs is dus de juiste weg. Het grijs bestaat uit onder andere: Vriendelijkheid, eerlijkheid, wilskracht, vrouwvriendelijk, kindvriendelijk, sociaal denkend en levenslustig. Wat de meeste vrouwen afstoot: de stoere bink, de opschepper, de "echte man", de egotripper, de besluiteloze, de halfzachte en de grote versierder.
Gisteren is Nico naar het café geweest. Hij dronk op kosten van iemand die opschepte over transacties met 40.000 ecstasy-pillen, maar die platzak bleek toen puntje bij paaltje kwam. Zijn wereld zit vol met dat soort opscheppers.
Een meisje loopt langzaam op hen toe; ze draagt een zwarte rok met raffiazakken; ze kijken haar na tot ze in de schemerige hal van de school verdwijnt. 'Annelies is het mooiste meisje van de hele school,' zegt Jacques. 'Onbereikbaar.' 'Ik zie haar elke dag,' zegt Hans. 'Opschepper.' 'Toch is het zo. Ze gaat met Ron de Wilde bij wie ik in huis ben.' 'Dus toch onbereikbaar voor ons,' herhaalt Jacques.
"Kunst wordt, het zij met eerbied gezegd, gemaakt door opscheppers. Ik demp mijn opschepperij, dat is mijn handicap, mijn manco. Daarom zoek ik het in het detail, de verinniging. Terwijl ik weet dat het noodzakelijk is om jezelf te overschatten."
Combinatiemogelijkheden
met koppelwerkwoord
- een opschepper zijn
Oversteegen beschouwt het als walgelijke opschepperij wanneer ik zeg dat ik de Havelaar op dertien- of veertienjarige leeftijd gelezen heb. Ik wil graag toegeven dat ik een opschepper ben, maar hier ben ik zo onschuldig als een pasgeboren kind: ik weet niet beter of het hoort zo! Waar ik vandaan kom heeft iedereen dat boek ongeveer op die leeftijd gelezen.