pensioenleeftijd

Het IMF suggereert dan ook de pensioenleeftijd te verhogen tot 67 jaar.

Zij kwamen wel tegemoet aan de aanvankelijk belangrijkste eis om de pensioenleeftijd te verlagen van 60 tot 55 jaar.

Ondanks het overschot op de sociale zekerheid heeft de regering een programma aangekondigd dat in de loop van de komende twintig jaar de pensioenbijdragen zal verdubbelen en de uitgavengroei zal beperken door de pensioenen te indexeren aan het inkomen na belasting en door de pensioenleeftijd geleidelijk op te trekken van 60 tot 65 jaar.

Het is van vitaal belang dat de maatregelen zo snel mogelijk worden doorgevoerd, zodat ze hun volledige financiële weerslag hebben tegen de tijd dat de "baby boom"-generatie de pensioenleeftijd bereikt.

Uw artikel i.v.m. de aanbevelingen van het IMF betreffende de afbouw van de pensioenen van loontrekkenden is verontrustend voor diegenen die de pensioenleeftijd naderen.

Ze zeggen er niet bij dat zeven op de tien werkers nu al de pensioenleeftijd niet op een normale manier halen.

Professor Mieke Van Haegendoren vindt dat de vaste pensioenleeftijd het best meteen afgeschaft zou worden.

De beslissing van de Rijksdienst gaat in op de eerste dag van de maand volgend op deze waarin de vereiste pensioenleeftijd wordt bereikt.

Andere bepalingen die voor versoepeling in aanmerking komen, zijn de verplichte pensioenleeftijd van 65 jaar, die in vele cao's is opgenomen, en de eindloonregelingen in het aanvullend pensioen.

De lijst van functies die erkend worden als zwaar of veeleisend werk - waarvoor vervroegde pensioenleeftijd kan gelden - moet worden herzien.

Uit recent onderzoek blijkt zelfs dat - ondanks de ongerustheid over de pensioenen - 85 procent van de Vlamingen de werkelijke pensioenleeftijd van 57 jaar verkiest boven de wettelijke van 65 jaar.

Concreet gaat het hier om mensen die een vervangingsinkomen [...] genieten en in december 2002 (of daarna) de wettelijke pensioenleeftijd (dan 65 jaar voor mannen en 63 jaar voor vrouwen) bereiken.

Harmonizering pensioenberekening moet geleidelijk gebeuren, met maximale pensioenleeftijd op 65 jaar.

De aanvullende pensioenen uitbouwen tot een aanvullende sociale bescherming, door rente fiscaal even gunstig te behandelen als uitkeringen in kapitaal, een minimale pensioenleeftijd van 60 jaar te voorzien maar dan ongeacht of men op pensioen gaat of werkt, een minimale garantie dat de belegde reserves intrest moeten opbrengen en duidelijk informatie voor iedereen.

De normale pensioenleeftijd is vastgesteld op 65 jaar, zowel voor mannen als vrouwen.

Net zoals bij werknemers is de officiële pensioenleeftijd voor zelfstandigen 65 jaar voor mannen.

De gemiddelde pensioenleeftijd bij mannen ligt nu op 59,5 jaar.

De mogelijkheid om vroeger dan de gewone pensioenleeftijd op pensioen te gaan, blijft bestaan.

In een eerste fase betekent dat blijven werken tot aan de huidige pensioenleeftijd, zonder vervroegde uitstap.

Die maatregelen moeten ertoe bijdragen de Europese ambitie waar te maken om de gemiddelde effectieve pensioenleeftijd tegen 2010 met 5 jaar te verhogen.

Door allerlei nieuwe maatregelen die de oudere beroepsbevolking doen afvloeien ten voordele van de werkgelegenheid voor jongeren, stemt de feitelijke pensioenleeftijd niet langer overeen met de wettelijke pensioenleeftijd.

Bij de pensioenen hebben de jongeren ook maatregelen uitgedokterd als invoering van "de flexibele pensioenleeftijd tussen 55 en 65, en een beperking van automatische anciënniteitsverhogingen voor 45-plussers."

De gebruikelijke pensioenleeftijd voor vrouwen is bepaald op 62 jaar en voor mannen op 65 jaar.

Vrijdag slaagde de ministerraad erin te beslissen een "interpretatieve pensioenwet" uit te vaardigen. Die moet "uitleggen" dat de wet van 1990 die een gelijke pensioenleeftijd invoerde voor mannen en vrouwen, dit toch niet deed.

Uit recent onderzoek blijkt zelfs dat - ondanks de ongerustheid over de pensioenen - 85 procent van de Vlamingen de werkelijke pensioenleeftijd van 57 jaar verkiest boven de wettelijke van 65 jaar.

Die nota stelt voor de wettelijke pensioenleeftijd voor vrouwelijke werknemers uit de particuliere sector om de twee jaar op te trekken met één jaar, zodat in 2005 in die sector een gelijke pensioenleeftijd van 65 jaar geldt voor mannen en vrouwen.

De socialisten zetten intussen een pensioenleeftijd van 60 jaar en de invoering voor de mannen van een vrouwenberekening in 40sten in het vooruitzicht.

De deelnemers aan het tweede congres over sociale gerontologie in Florence, zijn over het algemeen niet voor een pensioenleeftijd van zestig jaar zoals dat tegenwoordig door velen wordt geëist.

De pensioenleeftijd van mannen en vrouwen zal, conform de Europese richtlijn, langzaam worden gelijkgeschakeld.

Na Luik besliste nu ook Antwerpen dat de wet duidelijk genoeg is: de pensioenleeftijd van mannen en vrouwen is gelijk.

Met name de eis van de KLM om de pensioenleeftijd van piloten van 56 naar 60 jaar te verhogen is bij de VNV in het verkeerde keelgat geschoten.

De bonden willen dat de sociale rechten van vrouwen tot 65 worden gewaarborgd, nu de pensioenleeftijd van vrouwen progressief wordt opgetrokken tot 65 jaar.

Net zoals bij werknemers is de officiële pensioenleeftijd voor zelfstandigen 65 jaar voor mannen.

Eveneens vanaf 2004 geldt een afgezwakte verplichte pensioenleeftijd voor artsen.

Toen de pensioenleeftijd voor proffen werd verlaagd van 70 naar 65, werd in de wet geschreven dat degenen die na hun 65ste actief willen blijven aan hun universiteit, dit mogen, maar onbezoldigd.

Nu is de pensioenleeftijd voor vrouwelijke werknemers en zelfstandigen 60 jaar, voor mannen 65.

De gebruikelijke pensioenleeftijd voor vrouwen is bepaald op 62 jaar en voor mannen op 65 jaar.

De verlenging van de pensioenleeftijd en de andere berekening voor het pensioenbedrag van vrouwen is op zich niet onaanvaardbaar.

De werkgevers en de bonden ondertekenden vijf deelakkoorden: over de vervroeging van de pensioenleeftijd tot 55 jaar, ziektegeld, reiskosten, vakbondsrechten en een verbod om 's zondags te rijden.

Een combinatie van hervormingen, zoals het optrekken van de pensioenleeftijd en een verandering in de wijze waarop de pensioenen worden geïndexeerd, kan in de meeste landen volstaan om de moeilijkheden op te vangen.

Over één zaak zou er overeenstemming zijn: de geleidelijke optrekking van de pensioenleeftijd voor vrouwen van 60 naar 65 jaar zou niet tegen 2005 maar tegen 2010 gebeuren.

Een andere suggestie, dit jaar al meerdere keren geopperd door onder andere VNO-voorzitter Rinnooy Kan, is het verhogen van de pensioenleeftijd naar bijvoorbeeld 67 jaar.

Het meest voor de hand liggen het afschaffen van het bevoorrechte regime voor overheidsambtenaren, de verhoging van de pensioenleeftijd en de verlaging van de huidige pensioenen.

In 1990 nog voerden regering en parlement een pensioenhervorming door die een stijging van de pensioenbedragen en een verlaging van de pensioenleeftijd inhield.