pollepel


pollepel 1.0

afbeelding

( Publiek domein )

lepel met een rond blad en een lange steel die in de keuken gebruikt wordt voor het doorroeren en opscheppen van voedsel

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een pollepel…

is een lepel

  • [Constructie] heeft een lange steel en een rond blad
  • [Materiaal] is van hout, van metaal of van kunststof
  • [Functie] wordt gebruikt voor het doorroeren en opscheppen van voedsel; wordt ook wel gebruikt om mee te eten
  • [Plaats] wordt gebruikt in de keuken
  • [Gebruiker] wordt gebruikt door mensen die aan het koken zijn

Hoofdsemagram: lepel


Algemene voorbeelden


Daar was pater Deceuster nog even verschenen om het kruisteken te maken en ons 'een aangenaam maal' te wensen, waarna pollepels in soepkommen hadden gekletterd en ik mijn doos met boterhammen had opengetrokken.

Mijn tweede huid, Erwin Mortier,

Ik torste op mijn rug een geweldige zak, een rugzak waar een pannetje, een kroes, een pollepel en een mes aan hingen.

De verpletterende werkelijkheid en andere verhalen, J.M.A. Biesheuvel,

Alles is uitgepakt, maar de kaasschaaf en de blikopener, de kurketrekker en de pollepels, de ontbijtmessen en de theelepeltjes zijn er niet.

Twee eendjes en wat brood, Renate Rubinstein,

Combinatiemogelijkheden


met adjectief ervoor


  • een grote pollepel
  • een lange pollepel

Daar begon alles te zingen onder de lichtste roffel, de keuken was één groot drumstel zolang ik maar niet met de lange pollepel sloeg op die grote gespannen trom van moeders achterwerk, want dat was de enige trommel die keihard terugsloeg.

Een treurige afdronk, Levi Weemoedt,

Voor het lokaaltje [...] stond de soldatenkok met een soort vuilnisvat op een laag karretje. Om de beurt moesten we met onze pan naar hem toekomen en dan kwakte hij er met een grote pollepel twee flikke scheppen in. Ik zag onmiddellijk dat er veel kluif en worst in de snert zat.

Twee vorstinnen en een vorst, R.J. Peskens,

  • een houten pollepel
  • een stenen pollepel

Haar ogen schieten door de kamer, blijven angstig rusten op het eiken dressoir met de porseleinen borden, de sauskom waarin op de bodem een eend is geschilderd, de witte stenen pollepel die haar grootmoeder van haar eigen grootmoeder had geërfd.

Alle verhalen, Kristien Hemmerechts,

Met een houten pollepel roert ze in een dampende pan soep op het fornuis.

Hersenschimmen, J. Bernlef,

'T is of iemand die met twee houten pollepels een pannelapje heeft gebreid zich een voorhoede-couturier noemt.

Averechts, Gerrit Komrij,

in voorzetselgroep


  • met een pollepel ergens in roeren

Ze had de soepterrine op de hoek van de tafel gezet en roerde erin met de pollepel.

Sluitertijd, Erwin Mortier,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


pollepel 1.1

pollepel die als een soort van maat gebruikt wordt om een bepaalde hoeveelheid af te meten; ook: hoeveelheid ter grootte van een pollepel

Betekenisbetrekking


metonymie
Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

Algemene voorbeelden


Maar al gauw was ik verzadigd, zoals pollepels taartdeeg of slagroom een kind tot kotsens toe kunnen verzadigen.

Alles over Tristan, Tommy Wieringa,

Nadat zijn kaarten waren geknipt, kreeg hij vier pollepels waterige soep in zijn meegebrachte pan.

De aanslag, Harry Mulisch,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding