puit 1.0
((vooral) in België)
amfibie met krachtige achterpoten en een compact lichaam zonder nek of staart en met
doorgaans een gladde huid; kikker
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een puit…
is een amfibie; is een dier
Algemene voorbeelden
Ze bliezen puiten op met een rietje, eentje was er zelfs die voor één frank een levende pier opvrat, een ander scheerde zich kaal voor een weddenschap van twintig frank.
Er waren bossen en moerassen en opgespoten zandvlakten (drijfzand!), er was een strand bij 't Scheld, er waren dikkopkes te vangen, en puiten.