roek 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een roek…
is een vogel; is een dier
- [Afmeting] is ongeveer 46 cm lang
- [Geluid] krast; maakt een krassend geluid
- [Kleur] is zwart met een blauwige metaalglans
- [Bouw] is gewerveld; heeft twee poten
- [Deel] heeft veren bovenop de poten
- [Voortplanting] legt eieren
- [Plaats] leeft in open akker- en weideland, afgewisseld met bomen, bosjes, boomrijen en heggen
- [Woongebied] komt voor in Europa en Azië
- [Leeftijd] wordt 15 tot 20 jaar oud in het wild en mogelijk veel ouder in gevangenschap
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft bij oudere dieren een opvallende, kale, grijze huid over de snavelbasis
- [Gedrag] is een alleseter; leeft in kolonies, in nesten die dicht bij elkaar worden gebouwd in boomtoppen
- [Waardering] wordt vaak negatief gewaardeerd om de schade aan landbouwgewassen of om de nestbouw
- [Gelijkenis] lijkt op een kraai
- [Onderscheid of tegenstelling] heeft, in tegenstelling tot kraaien, veren op het bovendeel van de poten
Wetenschappelijke naam: Corvus frugilegus
| Rijk | Animalia; Dieren |
|---|---|
| Stam | Chordata; Chordadieren |
| Klasse | Aves; Vogels |
| Orde | Passeriformes; Zangvogels |
| Familie | Corvidae; Kraaiachtigen |
| Geslacht | Corvus; Kraaien |
| Soort | Corvus frugilegus |
Algemene voorbeelden
Bij de roek ontbreken de veren rond de basis van de snavel, waardoor een licht gekleurd gebied ontstaat en de snavel groter lijkt. Door loshangende veren is het verenkleed rond de poten minder glad dan bij de zwarte kraai, zodat de vogel dikker lijkt. De vogel broedt altijd samen met soortgenoten in de toppen van hoge bomen. Het nest wordt gebouwd van takken en bedekt met gras en aarde. De meeste broedkolonies worden jaren achter elkaar gebruikt, waarbij de nesten ieder jaar hersteld worden. De roek is ook buiten de broedtijd bijna altijd in grote of kleine groepen te zien. Het aantal roeken in Nederland is de laatste decennia sterk gestegen.
De wanordelijke nesten van de roeken gaven de eiken een gedrochtelijk uitzicht.
Daarmee staat de werkgroep van het project 'Roeken in De Wolden, lust of last' al bij de start van de gemeentebrede discussie over deze beschermde vogels voor een interessante uitdaging. Er zijn voldoende theorieën over het tegengaan van overlast door roeken. Eén theorie is geënt op het herhaaldelijk verstoren van de nestbouw tussen februari en april. Het zogeheten roekenalarm (schrille toon) kan daarbij helpen.
Twee pikzwart glanzende roeken hippen van de ene bevroren aardkluit op de andere, blijven dan roerloos zitten.