rugstreeppad 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een rugstreeppad…
is een pad; is een amfibie; is een dier
- [Afmeting] wordt als vrouwtje 5 tot 8 cm lang en als mannetje iets kleiner
- [Geluid] maakt een geluid dat enigszins lijkt op het geluid van de nachtzwaluw
- [Kleur] is meestal bruin tot groen en heeft donkere vlekken op de rug; heeft gele tot groene ogen; heeft een opvallende gele streep in de lengterichting in het midden van de rug
- [Deel] heeft gifklieren achter de ogen
- [Woongebied] komt verspreid voor in West-Europa
- [Beweging] kan vrij snel lopen
- [Onderscheid of tegenstelling] heeft, in tegenstelling tot de gewone pad, een streep op de rug, gifklieren achter de ogen en gele tot groene ogen
Wetenschappelijke naam: Epidalea calamita
| Rijk | Animalia; Dieren |
|---|---|
| Stam | Chordata; Chordadieren |
| Klasse | Amfibia; Amfibieën |
| Orde | Anura; Kikkers |
| Familie | Bufonidae; Echte padden |
| Geslacht | Epidalea |
Algemene voorbeelden
De rugstreeppad is ook in Nederland niet zeldzaam. Hij heeft korte achterpoten en een wratachtige huid. Hij is bruin of grijzig met donkeren vlekken. De streep op zijn rug - waaraan hij zijn naam dankt - is felgeel. Het is een nachtdier dat bij de schemering actief wordt. Dan laat hij ook zijn rollende gekaak horen, dat klinkt als een oud wagenwiel en steeds maar één of twee seconden aanhoudt.
Door hun korte achterpoten en ronde lijf zijn padden niet zo vlug en behendig als kikkers. Ze kunnen niet echt springen, wel maken ze kleine sprongetjes, maar meestal kruipen ze gewoon. Sommige soorten als de rugstreeppad rennen zelfs als muizen.
Voor de voortplanting is de rugstreeppad afhankelijk van ondiepe wateren die vrij snel opwarmen. Vaak wordt gebruik gemaakt van tijdelijke poeltjes en plassen, maar ook slootjes en vennen kunnen geschikt zijn.
Onze heksen (vroede vrouwen vroeger) wisten ook al dat onze padden over biezondere krachten beschikten. Immers ook onze gewone pad (Bufo bufo), onze rugstreeppad (Bufo calamita) [...], en onze knoflookpad (Pelobates fuscus) scheiden bij een erg ruwe behandeling uit de huid een giftig, wit vocht af dat gevaarlijk is voor de slijmvliezen van de belager.