saucijs 1.0
(Vaak gebruikt in de verkleiningsvorm saucijsje.)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een saucijs…
is een braadworst; is vlees; is voedsel
- [Omvang concreet] is een vrij kleine worst
- [Ingrediënt] is meestal gemaakt van gekruid varkensgehakt
- [Bereiding] wordt gebraden
- [Onstoffelijke eigenschap algemeen] is vrij vet
Algemene voorbeelden
Gegratineerde koolraap met kaas is erg lekker. Meer geslaagde combinaties: koolraap met varkensvlees, zoals saucijzen, ham en rookworst en, heel bijzonder, met lamsvlees.
Varken gevuld met saucijzen en bloedworst.
Combinatiemogelijkheden
met adjectivisch voltooid deelwoord
- gekruide saucijs
- gerookte saucijs
- ingedroogde saucijs
Een hele hazenrug voor haar alleen, dikke kwarteltjes in jus met cognac, een saucijzenbroodje met veel gekruide saucijs en weinig broodje.
Zijden spek en zware gerookte hammen hingen aan spijkers, bundels worsten en trossen gerookte saucijzen aan de balken.
Voor mijn jongste broer bewaarde ze op de kachel in een minuscuul koekenpannetje een saucijzenbroodje [...]. Soms was zijn kostje verdroogd voor hij kwam [...]. Met haar beminnelijkste stemmetje zei ze: 'Voor jou, heb ik speciaal bewaard.' 'Ha, lekker,' zei hij en hij keek alvast om zich heen, waar hij deze keer zijn legitieme portie kon lozen [...]. Zonen waren nog steeds onschendbare superwezens, met recht op superzonenpremie – ik was die ingedroogde saucijs op de kachel nog niet vergeten.