setter 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een setter…
is een hond; is een zoogdier; is een dier
- [Gevoelsindruk] heeft een zijdeachtige vacht
- [Deel] heeft laag aangezette, lange oren
- [Herkomst of oorsprong] komt als ras oorspronkelijk uit Groot-Brittannië
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft een enthousiast en vriendelijk karakter
- [Waardering] wordt in Nederland en België vanwege zijn vriendelijke karakter voornamelijk gehouden als huisdier
Algemene voorbeelden
Op de achterbank lagen een paar laarzen waar kluiten modder aan kleefden, en een groezelige deken die onder de haren zat. Voor de hond, zei hij maar excuseerde zich niet voor de stank. 'Woon je buiten?' Hij knikte. 'Wat voor hond is het?' 'Een setter.'
Nadat Dam in augustus 1992 in de put was gevallen, gaf hij geen enkel teken van leven meer. Diez had zijn viervoeter opgegeven toen, enkele dagen geleden, een van zijn buren signaleerde dat er geblaf uit de put weerklonk. Met de hulp van vrienden daalde Diez in de put af waar hij door Dam kwispelstaartend begroet werd. De bastaardhond, een kruising van een setter en een pinscher, had slechts enkele kleine wonden van zijn langdurig gevangenschap, aldus Diez.
Het woord Setter is afgeleid van "setting dogs", honden die het wild als het ware biologeren, waardoor het niet uit de dekking opspringt of opvliegt.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- een kleine setter
Hij werd bedolven onder een blaffende, grommende, wild trappende massa hondenlijven. Ze stonken verschrikkelijk. Grote en kleine kaken klapten dicht op enkele millimeter van zijn gezicht. Een kleine setter kreeg hem te pakken in het kwetsbare vlees van zijn hals [...]. Hij greep de setter bij de kop en zwaaide hem als een knots in het rond. Het blaffen en grommen werd vermengd met schril gejank van pijn en verontwaardiging.