sik 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een sik…
is een baard
- [Vorm] is lang en puntig
- [Samenstelling] bestaat uit baardharen
- [Plaats] groeit aan de onderkaak van een geit
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- een puntige sik
- lange sikken
Een geit met een puntige sik staart een tijdje naar het meer, draait zich plots om en mekkert iets.
En de bokken, die zien er vervaarlijk uit. Ze zijn groot, ruig en potent, ze hebben lange sikken, maar stinken doen ze niet.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- een wippende sik
Derhalve zit ik te treuren, niet om de gemiste kansen van de landbouwer maar omdat de goede, rijkgeuierde geit mits een beetje overleg nu nog langs een Brabantse graskant had kunnen staan, met olijk wippende sik.
in voorzetselgroep
- de sik van een geit
De grond hoeft niet per sé drassig te zijn om toch tot een mooie plant uit te groeien. Op een humusrijke of kleiige bodem doet de plant het even goed. De pluimen die in juni tot begin september uit de plant omhoog schieten, hebben het wollige karakter van de sik van een geit. Ze zijn zacht en van dezelfde kleur. Daarmee houdt elke gelijkenis met een geit wel op.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
sik 2.0
Betekenisbetrekking
Specifiek | 1.0 : 2.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een sik…
is een baard
- [Vorm] heeft de vorm van een lange streep of lange punt
- [Samenstelling] bestaat uit baardharen
- [Plaats] groeit aan de onderkaak van een man
- [Positie] steekt, al naargelang van het knipmodel, wel of niet onder de kin uit
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- een smalle sik
- een witte sik
Pretlichtjes fonkelen in zijn ogen, zijn kaalgeschoren hoofd is getooid met een tot puntjes gedraaide snor en een smalle sik.
De statige grijze heer, die zijn witte sik liet bijpunten, begroette mij uitbundig.
- de sik van een musketier
De inquisiteur was hem opgevallen in de collegezaal. Een wat oudere student met een strooien dak op zijn hoofd. Een lange smalle neus en daaronder de snor en de sik van een musketier. Alle kledingstukken voor twee kwartjes op het Waterlooplein gehaald. Heel vreemd.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een geknipte sik
- een verzorgde sik
Zijn kin was ingeduffeld met een grijze, keurig geknipte en verzorgde sik, een model van een henri-quatre dat hij waarschijnlijk had afgekeken van de portretten en historiestukken die hij in het museum voor nationale kunst moest restaureren.
met ander, nevengeschikt substantief
- sik, snor of baard
Een op de twaalf mannen cultiveert een stoppelbaard - de designers stub, zeer populair in combinatie met het staartje - of een andere sik, snor of baard, waarbij natuurlijk ook gedeeltelijk moet worden geschoren.