slijmerd


slijmerd 1.0

iemand die slijmt; iemand die in het gevlij wil komen; slijmbal
Ook gebruikt als scheldwoord.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een slijmerd…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] slijmt; wil in het gevlij komen

    Algemene voorbeelden


    Hij heeft op Nieuwjaarsmorgen vorig jaar een plaatsgenoot een gebroken neus 'bezorgd'. Dit gebeurde, nadat hij het slachtoffer met een politieman had zien lopen. 'Slijmerd', had hij hem toen toegebeten. Dit leidde tot een vechtpartij, waarbij S. op de man in bleef slaan, stompen en schoppen.

    De passievrucht, Karel Glastra van Loon,

    Ik zie herhaaldelijk dat "vrouwvriendelijke" mannen een ware gedaanteverwisseling ondergaan zodra ze als "mannen onder elkaar zijn." Ik kan nu met alle zekerheid concluderen dat hoe groter de slijmerd, des te erger het is. Blijf dus uit de buurt van iedere man die de stoere bink uit denkt te moeten hangen. Zijn gevoelige kant tonen, zal een uitzondering blijken, als het al gebeurt.

    http://www.leokrans.nl/psychologie/gelukkige_relatie.htm

    Terwijl hij door de berg verpakte aftapkranen trapte wist hij opeens dat hij een besluit genomen had en toen hij dit goed besefte [...], vergat hij prompt die slijmerds achter de glaswand naast de degelpers en voelde zich ineens enorm goed [...]. Een knappe jongen die hem in dit bedrijf alsnog aan het werk kon zetten. Nee meneertje, hij verliet nú die klere fabriek en nooit of-te nimmer zou hij hier nog een stap zetten.

    Heeresma helemaal, Heere Heeresma,

    'En wat ik verder nog wil weten, is waar Sarah de afgelopen twee jaar in de VS precies mee bezig is geweest, en wat ze de twee jaar daarvoor heeft gedaan. Ik weet dat je dat op dit moment niet weet, maar ik weet ook dat jij in staat bent om daar achter te komen.' 'Nick, Nick, wat ben je toch een slijmerd.'

    Crisis four, Andy McNab,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding