spekkie


spekkie 1.0

((vooral) in Nederland)

zacht stuk snoep van suiker en opgeklopt eiwit; spekje
Zie ook : spekje

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een spekkie…

is een snoep; is een lekkernij

      Hoofdsemagram: spek


      Algemene voorbeelden


      Ze stak een spekkie in haar mond en hield hem de punt voor. Hij boog zich voorover, beet voorzichtig in de punt en trok. Het voelde aan alsof hij haar tong tussen zijn tanden hield. Ze ruikt chemisch en ze smaakt naar suiker, dacht hij.

      Franklin, Thomas Lieske,

      Hij kocht een zak spekkies en een zak winegums.

      Franklin, Thomas Lieske,

      Vaste verbindingen


      een spekkie voor iemands bekkie

      1. iets wat echt iets voor iemand is; iets wat iemand op het lijf geschreven is
        Hoort eigenlijk bij spekje in de betekenis 'spekblokje'.

        Synoniem: spek voor iemands bek; een spekje voor iemands bekje

        Haar uitspraken zijn spekkie voor het wellustige bekkie van de oude bok, die brullend vanaf zijn haverkist laat weten hoe hij over Linda denkt: 'Wat een moordwijf.'

        Haarlems Dagblad,