sproet 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een sproet…
is een vlekje
- [Oorzaak] ontstaat door een sterkere pigmentvorming op die plek
- [Plaats] komt voornamelijk voor op het gezicht, armen en schouders
- [Oorzaak, reden of aanleiding] ontstaat op jonge leeftijd door erfelijkheid (aangeboren) of in de loop der jaren onder invloed van de zon of door veroudering van de huid
Algemene voorbeelden
Weet u: de maartse zon en aprilse wind, schond er zo menig schoon koningskind. Dan is de invloed van de krachtige voorjaarszon zo groot dat het pigment in de huid niet goed verdeeld wordt en er ontstaan sproeten.
De verkeerde bril, rood haar, een donkere huidskleur, sproeten, een vreemd accent, snel blozen, dik, slim, juist niet zo slim, onzeker of erg verlegen zijn ... Dit zijn maar enkele van de vele eigenschappen waarmee kinderen gepest kunnen worden.
Victor liep dan maar terug naar binnen en kwam even later terug met aan iedere hand een krat bier, op de voet gevolgd door zijn verloofde, een klein, rossig vrouwtje uit Achter-Lo, dat ik alleen van gezicht kende, en als kind had benijd om haar miljoenen sproeten.
Door mijn wimpers keek ik naar het meisje met het droevige gezicht waarop de zon geen glimlach maar wel sproeten te voorschijn toverde die haar ouderdom afzwakten.
Ze is rossig en heeft die mooie matte oranjeachtige teint die sommige rooien hebben en die haar hevig aanwezige sproeten in zich heeft opgenomen tot bijna onzichtbaarheid.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- sproeten krijgen
Daarbij, in een stad waarin de meeste namen in het telefoonboek Mexicaans of Cajun waren, verbleekte Johns haar 's zomers tot bijna wit, en zijn blauwe ogen vielen op in de merendeels zwartogige bevolking. Hij was blond genoeg om sproeten te krijgen en katholiek genoeg om door die sproeten heen te blozen als een van de meisjes die als aasgieren om hem heen cirkelden op de rolschaatsbaan naar hem toe kwam glijden om te vragen of hij wilde paarrijden.
met adjectief ervoor
- een donkere sproet
- bruine sproeten
- kleine sproeten
Ik maakte een likspoor over haar buik, met een halte aan de navel en tussen haar borsten. Het spoor werd doorgetrokken tot aan het puntje van haar neus, waar zij na één dag zon al een donkere sproet had.
Arnold Taads had tenminste één zinnelijke ervaring voor hem geijkt, al die andere verdwenen, onherroepelijk, in latere lagen van zijn herinnering, gemengd, gecorrumpeerd, zoals zijn hand die die eerste borst gestreeld, de eerste dode ogen gesloten had zijn herinnering én zichzelf én die ene, eerste borst verraden had door zelf ouder te worden, te vervormen, een hand te worden met de eerste bruine sproeten van de ouderdom.
Alle make-up is verdwenen. Fijne plooitjes lopen langs haar mondhoeken omlaag, het ene kleine oor ligt, onbeschermd door het haar, dubbelgevouwen op het kussen, op haar blote schouders huizen groepjes kleine sproeten.
Haar gezicht was niet direct knap te noemen door de vele kleine sproeten, maar door haar prachtige ogen had ze een enorme uitstraling.
- vol sproeten
Vroeger was ze spichtig en vol sproeten, nu was ze volslank en had een prachtige huid. Ik maakte een paar portretten van haar en een half jaar later bekende ik haar dat ik verliefd was.
De vrouw was lang, slank en witblond. Haar gezicht zat vol sproeten en ze maakte een sportieve indruk.
Het begon zoals liefde begint. Met zijn mond; de bleekroze lippen vlakbij haar oor - met de vingers vol sproeten die haar kleren losmaakten. Ze legde haar handen op zijn vingers en kneep erin.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: bij
- de sproeten bij haar neus
David heeft de grootste moeite te luisteren naar wat ze precies zegt, de grootste moeite ook om niet rond te dwalen in haar make-uploze ronde gezicht, over haar huid die koel is als regenwater, langs de sproeten bij haar neus, de brede mond, die steeds opensplijt voor de kleine, regelmatige, niet al te witte tanden, het kuiltje in haar kin, en lager, de hals, de opvallend geboetseerde sleutelbeenderen die haar iets breekbaars geven.
Voorzetsel: op
- de sproeten op zijn gezicht
- de sproeten op zijn oren
- de sproeten op zijn schouders
- de sproeten op haar schouders
De soldaat merkt mijn plotse bezieling, want hij ademt minder diep uit. De druk op mijn ruggegraat vermindert. Ik beheers me om niet triomfantelijk 'Links!' uit te roepen en beperk me tot het tellen van de sproeten op zijn gezicht.
Ik zag dat hij sproeten op zijn oren had; alléén op zijn oren, nergens anders.
'Als iemand er niet meer is, zijn herinneringen het enige wat je hebt. Dan koester je die, je probeert ze voor uitsterven te behoeden.' Ik vertelde haar dat het me speet dat ik de sproeten op Geesjes schouders nooit had geteld. Daar moest ze om lachen.
Bij het warme schijnsel bekijken we elkaar voor het eerst echt. Zijn magere lijf met de sproeten op zijn schouders. Uitstekende schouderbladen als mislukte vleugeltjes.
Voorzetsel: rond
- sproeten rond haar neus
Ze bracht haar gezicht vlak bij het mijne. Zo dichtbij dat ik in het bruin van haar irissen spikkels blauw kon zien, vegen grijs, glimpen groen, scherven van al die andere ogen onder het blindgeslagen vernis op de doeken in het trappenhuis. Ze had sproeten rond haar neus.
Ze knijpt haar ogen samen en barst in lachen uit waardoor de vele sproeten rond haar neus lijken te dansen.
in voorzetselgroep
- een gezicht met sproeten
- gezichtjes met sproeten
- zijn rug met sproeten
'O, wat ben je gegroeid,' zei Claire, 'of ben ik vergeten hoe lang je was?' Ik zag een melkwit gezicht met sproeten, die toen Claire nog bruinverbrand was, minder opvielen. Het houtbruine haar was nog even dik en nog even lang; precies tot aan haar kaken.
Het was kennelijk Clarice' taak in dat katholieke huisgezin hen op hun wenken te bedienen. Terwijl zij op straat zwierven moest zij poetsen, de was ophangen en op allerhande zwartogige neefjes en nichtjes passen met gezichtjes die (net als het hare) met sproeten waren bezaaid alsof er een verfkwast boven was uitgeslagen.
Ik liet mijn ogen gaan over zijn rug met sproeten en probeerde me uit alle macht voor te stellen dat het de rug was van een onbekende, een Noor, een Schot, met net zo'n blank lijf en rossig, weerbarstig kapsel waar nauwelijks nog grijs in zat.
- overdekt met sproeten
Zijn lichaam was overdekt met sproeten. Zijn bleke huid was bijna lichtrood, vooral als hij het koud had. Rond zijn neus lagen de sproeten zo dicht bij elkaar dat ze grote vlekken vormden.
- een jongeman met sproeten
- een jongetje met sproeten
- een meisje met sproeten
Mijn stoel stond vlak naast die van mijn zuster; haar arm rustte tegen de mijne. Naast Hermanns stoel was een magere, blonde jongeman met sproeten verschenen, niet ouder dan ikzelf. Hij had een pet op en droeg een donker pak dat zijn beste tijd had gehad.
Eppo Engelhardt, een vriendje uit mijn jeugd. Die was er ook. Ik had hem in geen jaren gezien. De laatste keer was hij nog een mager jongetje met sproeten, ik won van hem met vechten. Hij was een hele kerel geworden met een ruige zwarte baard, ik keek mijn ogen uit.
Ik was, moe en tevreden, met twee boodschappenmandjes vol bij de kassa aangekomen, waar een meisje met geweldige sproeten me toen vroeg: 'Anything else?'
met bezittelijk voornaamwoord
- haar sproeten
- zijn sproeten
Marie-Paule, is dat niet die kleine met haar sproeten uit de Keistraat? Het schijnt dat ze jou tof vindt met je gitaar en je lang haar, zei Jo, zal ik haar voor je uitnodigen?
Je mocht niet zeggen dat zij mijn eerste liefde was, mijn eerste liefde was natuurlijk de Here Jezus. Maar ik was wel erg nieuwsgierig naar Roosje. Haar haren zweemden naar een zacht soort oranje, en haar sproeten ook.
Hij zag er verschrikkelijk uit met zijn sproeten en rood haar op een melkbleke huid, de krullen die van zijn slapen hingen, zijn zwarte Poolse kleren van een eeuw geleden.
met onbepaald voornaamwoord
- veel sproeten
- vele sproeten
De korporaal, een grote, roodharige kerel met ongelooflijk veel sproeten, schreeuwde hem toe dat hij moest meekomen.
Haar huid met de talloos vele sproeten, rimpels, aders en haartjes is waarschijnlijk niet vast te leggen op doek. Het knokige en broze van haar ledematen kan hooguit worden gesuggereerd.
met ander, nevengeschikt substantief
- rood haar en sproeten
- ros haar en sproeten
- rossig haar en sproeten
Een bleke jongen met rood haar en sproeten sprong van zijn fiets, zette hem zorgzaam op zijn standaard en kwam op me af.
Hij begon te schrijven omdat hij ros haar had en sproeten en door aanbeden bakvissen werd bespot, zei hij eens aan Fernand Auwera. Ruyslinck: 'Dat was een enorme frustratie , dat houdt verband met die dominerende angst. Ik was introvert. Ik beschouwde mezelf als minderwaardig.'
Het schip was hoger dan ze dacht. Ze hijgde toen ze bovenkwam. Aan de reling werden ze begroet door een man met rossig haar en sproeten, die kennelijk al geruime tijd buiten stond want zijn overhemd kleefde doorweekt aan zijn schouders.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
sproet 2.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een sproet…
is een plek
Algemene voorbeelden
Als jongen van acht vond ik in de bijkeuken van het huis van mijn grootouders [...], een boek met de titel Imro's eerste grote reis. Het was gebruind op snee, rook vooroorlogs muf en de bladzijden waren bezaaid met sproeten.
Hij loopt het dennenbos in. Dit is geen godsland, dit land is van god verlaten: het is perfect en precies. Perfecte duizend jaar oude bomen, de laagste geveerde takken bijna punt aan punt; een onbegroeide, zachte en geurige bodem; elke harde kegelschubbe deelbaar door de gulden snede. Het is hierbinnen koud en donker, met sproeten van heel zwak licht.