stadhouder 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een stadhouder…
is een persoon
- [Tijd] stamt uit de tijd dat veel vorsten regeerden over kleine gebiedjes en daarbij soms plaatsvervangers of vertegenwoordigers nodig hadden
- [Verloop] is door de hertog van Bourgondië aanvankelijk in de Bourgondische Nederlanden (vanaf 1384) ingevoerd en werd later ook toegepast op edelmannen met een hoge bestuursfunctie in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795) tot aan het ontstaan van de Bataafse Republiek in 1795
- [Geslacht] is een man
- [Ongewone of afwijkende eigenschap of hoedanigheid] is van adel
- [Activiteit of handeling] verving van oorsprong een landsheer en voerde in latere tijden vergelijkbare taken uit zonder dat er nog een landsheer boven hem stond bestaan
- [Belang] speelt een belangrijke rol in de Nederlandse geschiedenis
Algemene voorbeelden
De Republiek der Nederlanden was namelijk een hoogst eigenaardig land. Het had na 1650 geen Habsburgse of Bourgondische landsheren meer, maar op twee periodes na nog wel stadhouders, oftewel plaatsvervangers.
Nederland blijft nog een paar eeuwen een republiek terwijl de Oranjes stadhouders blijven, totdat ze in 1702 zijn uitgestorven [...]. Maar dan. Er staat weer eens een oorlog voor de deur en niemand voelt zich geroepen om het heft in handen te nemen en flink om zich heen te slaan. De gewesten weten niks beters te verzinnen dan opnieuw een Oranje op te sporen en die meteen te bombarderen tot stadhouder.
Eerst was er de patriottenbeweging die tijdens de jaren 1780 Willem V's gezag ondermijnde. Dan volgde het grote revolutionaire geweld: in 1793 vielen de Franse legers de Republiek binnen. Twee jaar later zag de stadhouder zich genoodzaakt met zijn familie naar Engeland uit te wijken.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- de latere stadhouder
- de laatste stadhouder
Tegnejus vertaalde twee puriteinse traktaten in het Nederlands, die beide piëtistisch van inhoud zijn. Uit zijn pen vloeide een eigen geschriftje. Dit betreft de Dooppreek van de latere stadhouder en Engelse koning Willem III.
De zoon van de laatste stadhouder werd koning Willem I. De nieuwe grondwet kende aan de koning veel politieke macht toe.
- de Friese stadhouder
- de Hollandse stadhouder
- Hollandse stadhouders
- de Romeinse stadhouder
Er hangen veel familieportretten van Friese adellijke families en de Friese stadhouders, de Nassaus.
Met behulp van enig historisch speurwerk kwam Aart van der Linde er achter dat de eerste Friese stadhouder Graaf Willem Lodewijk (1584-1620) figuurlijk werd gezien als de vader aller Friezen.
Toen de jonge Friese stadhouder Johan Willem Friso in 1711 in het Hollands Diep verdronk, hing de Oranje-Nassaudynastie aan een zijden draadje.
De protestantse Hollandse stadhouder Willem III had de koning een jaar eerder van de Britse troon gestoten.
Bourgondische koningen, Duitse keizers, Spaanse graven, Bourbonprinsen, Hollandse stadhouders en Habsburgse vorsten.
Hij was gearresteerd en verhoord, en daarna in handen gesteld van de Romeinse stadhouder van Judea, Pontius Pilatus, die Hem al snel veroordeelde tot de kruisdood.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: in
- de stadhouder in Friesland
- de stadhouder in alle Nederlandse gewesten
Huismans laat het oudste stuk zien dat bewaard is gebleven: een akte van verkoop waarbij het Sint Jansklooster 'pacht botter' aan Jorriaan Schenk, de toenmalige keizerlijke stadhouder in Friesland, verkoopt.
Haar echtgenoot Johan Willem Friso, achterneef en beoogd opvolger van de kinderloze Willem III (stadhouder in alle Nederlandse gewesten), was pas 24 en nog niet verder gekomen dan het stadhouderschap in Friesland en Groningen toen hij in 1711 plotseling kwam te overlijden.
Voorzetsel: van
- stadhouder van het Duitse Rijk
- stadhouder van Judea
- stadhouder van Rome
- stadhouder van Tsjetsjenië
Hij ondernam in 1208 een kruistocht tegen de Albigenzen, werd omstreeks 1216 aartsbisschop van Keulen en later stadhouder van het Duitse Rijk.
Hij was gearresteerd en verhoord, en daarna in handen gesteld van de Romeinse stadhouder van Judea, Pontius Pilatus, die Hem al snel veroordeelde tot de kruisdood.
Toen hij de blinde pleegdochter van Asterius, stadhouder van Rome, genas, bekeerde de stadhouder zich tot het Christendom en liet alle gevangen Christenen vrij.
Hij wil met steun van de Russische troepen Sjamil verslaan en hoopt vervolgens door de tsaar als stadhouder van heel Tsjetsjenië te worden aangesteld.
in voorzetselgroep
- de tegenstanders van de stadhouder
In 1795 verjoegen de Franse troepen stadhouder Willem V. Door tegenstanders van de stadhouder (patriotten) werd de 'Bataafse Republiek' uitgeroepen.
Patriotten, felle tegenstanders van stadhouder Willem V die de inval van Napoleons troepen in 1795 toejuichten.
gevolgd door naamvalsgenitief
- stadhouder der Zuidelijke Nederlanden
Aartsbisschop Leopold Wilhelm von Habsburg, die als stadhouder der Zuidelijke Nederlanden (1647-1656) een bezit opbouwde van Venetiaanse, Noorditaliaanse en Vlaamse meesters.
met eigennaam
- de stadhouder Aremberg
- de stadhouder Frederik Hendrik
- de stadhouder Hannibal Sehested
- de stadhouder prins Maurits
- de stadhouder Willem II
- de stadhouder Willem III
- de stadhouder Willem V
- de stadhouder Willem van Oranje
Om de geuzen op de Zuiderzee te ontlopen had de Spaanse stadhouder Aremberg de Arembergergracht laten graven.
Van Willem van Oranje ontbreekt elk spoor in dit nationale museum, van de hofcultuur van stadhouder Frederik Hendrik is des te meer afgebeeld.
Het begon allemaal met een brief, die de Deense koning Christian IV op 13 oktober 1642 richtte aan stadhouder Hannibal Sehested in Noorwegen (tot 1814 een deel van het Koninkrijk Denemarken) en waarin hij deze de opdracht gaf een postdienst tussen Christiana - de toenmalige naam van Oslo - en Kopenhagen in te richten.
Het waren vooral economische motieven die de raadpensionaris van Holland, Johan van Oldebarnevelt, en stadhouder Prins Maurits ertoe brachten om de kooplieden tot samenwerking te dwingen.
In de nacht van 29 juli 1650 stuurde stadhouder Willem II zijn troepen op de stad af.
Aan de Nederlands-Engelse vijandelijkheden [...] kwam een einde toen stadhouder Willem III tevens koning van Engeland werd.
Rond 1780 werd de kritiek van de patriotten concreter. Zij richtten zich op stadhouder Willem V en zijn aanhangers, de prinsgezinden.
Stadhouder Willem van Oranje zette echter een gemeenschappelijk leger op, met steun van zijn broers en de Staten Generaal.
met ander, nevengeschikt substantief
- de stadhouder en koning
- stadhouders en vorsten
- de stadhouder, de raadsheren, de rentmeester-generaal, de procureur-generaal, de advocaat-fiscaal, de ontvanger van de exploten en de controleur
Tegnejus vertaalde twee puriteinse traktaten in het Nederlands, die beide piëtistisch van inhoud zijn. Uit zijn pen vloeide een eigen geschriftje. Dit betreft de Dooppreek van de latere stadhouder en Engelse koning Willem III.
Bourgondische koningen, Duitse keizers, Spaanse graven, Bourbonprinsen, Hollandse stadhouders en Habsburgse vorsten.
Het hoger personeel dat werkzaam was bij het Hof van Holland bestond uit de stadhouder, de raadsheren, de rentmeester-generaal, de procureur-generaal, de advocaat-fiscaal, de ontvanger van de exploten en de controleur.