subsidieafbraakpercentage 1.0
(politiek en bestuur; bouw, gebouwen en huisvesting; (vooral) in Nederland; specialistisch; verouderend)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een subsidieafbraakpercentage…
is een percentage; is een hoeveelheid
- [Toepassingsgebied of bereik] heeft betrekking op de mate waarin de huur verhoogd wordt, als onderdeel van een plan om de subsidie voor objecten versneld af te bouwen
Algemene voorbeelden
Een belangrijk deel van de door Financiën opgelegde bezuinigingen mocht VROM realiseren door de trendmatige huurverhoging van 3% op 5,5% te brengen zodat objectsubsidies versneld konden worden afgebouwd. De trendmatige huurverhoging werd voortaan veelzeggend aangeduid als het subsidieafbraakpercentage. De te verwachten uitgavenstijging voor de Individuele Huursubsidie diende binnen de volkshuisvestingsbegroting te worden opgevangen. In het Trendrapport 1992 werd voor het eerst gesproken over de afschaffing van objectsubsidies. De voorlopige climax van de stelselherziening was het in 1993 gesloten en in 1995 uitgevoerde bruteringakkoord. Na langdurige onderhandelingen werd tussen de koepels van woningcorporaties, VROM en de VNG een akkoord bereikt om in één keer alle lopende objectsubsidies en rijksleningen tegen elkaar weg te strepen.
Het subsidieafbraakpercentage is het percentage dat overeenkomt met de te realiseren huurverhogingen. Een lager huurstijgingspercentage is mogelijk indien er ook sprake is van bijdrage vrije woningen (woningen die niet voor brutering in aanmerking komen).
Behalve een versnelde afbouw van de oude objectsubsidieverplichtingen diende het verhogen van het subsidieafbraakpercentage nog een ander doel: de vrijkomende middelen als gevolg van de extra huurinkomsten kunnen door verhuurders worden ingezet voor woningverbetering en onderhoud. Het Rijk kan deze opbrengst voor de verhuurder (deels) afromen door het schrappen van verbetersubsidies.
Continuering subsidieafbraakpercentage. Voor de periode van 1 juli 2002 tot 1 juli 2003 wordt bij de berekening van de jaarlijkse bijdragen voor huurwoonwagens en standplaatsen uitgegaan van een subsidieafbraakpercentage van 3,8, zoals U reeds is aangekondigd.
De Woonbond, die in eerste instantie nog positief was over het bruteringsakkoord, is inmiddels heel wat negatiever. De brutering dreigt "de molensteen om de nek van de huurders" te worden, zo wordt gevreesd. Door de kiezen voor een hoog subsidieafbraakpercentage bij een lage inflatie wordt een grote druk gelegd op de huurontwikkeling, en dat maakt het akkoord voor de Woonbond "onacceptabel".
Artikel III van dit wetsvoorstel voorziet in een wijziging van het overgangsrecht van de wet van 19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwetwoonruimte, de Wet op de huurcommissies en de Wet individuele huursubsidie in verband met de zogenaamde huursombenadering (Stb. 323) waarin het subsidieafbraakpercentage is bepaald op 5,5. Dit wetsvoorstel voorziet erin dat dat percentage gelijk wordt gesteld aan het in bijlage III bij het Bhw genoemde maximaal huurverhogingspercentage, dat de regering – zoals hiervoor is aangegeven – wil bepalen op 3,8.
Bij besluit van 24 november 1999 heeft de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer [...] de door de rechtsvoorgangster van appellante verzochte compensatie voor het niet volledig in de huurprijs tot uitdrukking kunnen brengen van het bij afkoop gehanteerde subsidieafbraakpercentage afgewezen.
Regeling tot wijziging van de normbedragen voor exploitatiebijdragen van standplaatsen en toepassing van het subsidieafbraakpercentage zoals dit wordt gecontinueerd voor woonwagens en standplaatsen, zoals deze geldt voor 2002.