succesgezin 1.0
(neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een succesgezin…
is een gezin
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een gezin waarin zowel de ouders als de kinderen succesvol zijn in de maatschappij; is een gezin met succesvolle leden
Algemene voorbeelden
Het gezin werd geïnterviewd vanwege elf succesvolle kinderen, terwijl Aicha en Larbi nooit op school hebben gezeten. De kinderen zijn werkzaam in banen als arts, bouwkundig ingenieur, directeur van een autobedrijf, klantmanager, financial procesmanager. Degenen die nog niet klaar zijn met hun studie studeren vastgoedkunde en bedrijfseconomie. En nog twee anderen zitten op het atheneum. Wie telt, komt op negen [...]. Mohammed en Moussa wilden namelijk niet meewerken aan het (zes pagina's tellende) interview. Moussa zei tegen het Parool dat een artikel over een Marokkaanse probleemfamilie net zo stigmatiserend is als een interview met een succesgezin. Zij lieten verstek gaan en terecht.
Trouwde veertig jaar geleden de dokter nog met de huishoudster, nu trouwt de dokter met de dokter. Krijgt dit dokterspaar vervolgens kinderen, dan ontstaat wat Jan Latten het 'succesgezin' noemt: "Je kent die stellen wel: perfect huis in een mooie buurt, leuke relatie, kinderen naar vwo en op hockey." Succesgezinnen met elitekinderen: dat etiket zou je misschien wel op één van elke vijf gezinnen kunnen plakken, zegt Latten.
Het Nederlandse gezin bestaat niet. Er zijn spitsgezinnen, mikadogezinnen, stiefgezinnen, allochtone gezinnen, succesgezinnen, gescheiden gezinnen, alleenstaande gezinnen, probleemgezinnen. Kortom: variatie kenmerkt het Nederlandse gezin anno 2007.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Etymologie
| Aard herkomst | inheems woord |
|---|---|
| Vroegste datering | 2007 |