gezin 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een gezin…
is een samenlevingsvorm; is een groep
- [Leden] bestaat uit een of twee ouders en hun biologische of geadopteerde kind of kinderen; bevat soms ook andere familieleden, bijvoorbeeld inwonende grootouders; bevat soms ook de huisdieren, bijvoorbeeld de hond of de kat
- [Geheel] vormt een huishouden met kinderen
- [Plaats] woont over het algemeen samen onder één dak
- [Activiteit of handeling] leeft samen; voert een gezamenlijke huishouding
Algemene voorbeelden
Het kabinet definieert een gezin als een leefeenheid waarin kinderen opgroeien.
Zijn gezin bestaat uit twee volwassenen en twee kinderen.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een gezin hebben
- een gezin onderhouden
- een gezin stichten
- een gezin vormen
Zo verwacht hij om te huwen en een gezin te hebben, maar hij heeft er geen flauw idee van wat dit inhoudt.
De betaling was zeker niet genoeg om een gezin te onderhouden.
Iedereen heeft het recht vanaf huwbare leeftijd een gezin te stichten.
Jullie vormen een leuk gezin.
met adjectief ervoor
- een Belgisch gezin
- een Nederlands gezin
- een Vlaams gezin
- een arm gezin
- een eigen gezin
- een groot gezin
- het hele gezin
- een jong gezin
- een kansarm gezin
- een klein gezin
- een traditioneel gezin
- een jong gezin met kinderen
- een jong gezin zonder kinderen
De kinderbijslag voorkomt dat veel Belgische gezinnen onder de armoedegrens zakken.
Naar schatting produceert een gemiddeld Nederlands gezin dagelijks alleen al 450 gram keukenafval.
Experts schatten dat Vlaamse gezinnen 20% van hun inkomen als spaargeld opzij kunnen leggen.
Zo kwam een OCMW tussen om kinderen van een arm gezin in staat te stellen deel te nemen aan bosklassen.
Voor de meeste jongeren vormt het verlaten van het ouderlijk huis de eerste stap naar het stichten van een eigen gezin.
De jongste kinderen uit een groot gezin hebben minder kans een allergie te ontwikkelen.
Wandelingen gebeuren met het hele gezin en liefst met een grote hond aan de leiband.
Vooral jonge gezinnen met kinderen en sportieve ouderen komen in voor- en naseizoen.
De jongere gezinnen zonder kinderen snoepen ook dit jaar weer van 2 walletjes.
Vooral scholen in de grote steden en scholen met veel kinderen uit kansarme gezinnen staan onder druk.
Er zijn grotere en kleinere gezinnen, met grotere en kleinere inkomens.
Ze vormen een traditioneel gezin met drie kinderen, dat praktizerend katoliek is en waar de vrouw de financiën beheert.
met voorzetselgroep
- een gezin met kinderen
- een gezin zonder kinderen
Voor gezinnen met kinderen moeten de omstandigheden verbeterd worden en er moeten maatregelen worden getroffen om de arbeidsparticipatie te vergroten.
Met minder dan 40.000 frank maandelijks gezinsinkomen kan een gezin zonder kinderen beschouwd worden als behoeftig voor het verkrijgen van integrale rechtsbijstand.
in voorzetselgroep
- binnen het gezin
- buiten het gezin
- in het gezin
- met hun gezin
- uit een gezin
- van het gezin
Ouders en kinderen eisen binnen het gezin in toenemende mate ruimte op voor individuele ontplooiing en een eigen leefstijl.
De moderne jeugd heeft meer ruimte verworven binnen en buiten het gezin.
Bij driekwart van de gevallen van seksueel misbruik of mishandeling van kinderen woont de dader in het gezin.
Dank zij de Ronald McDonald Huizen kunnen ouders van ernstig zieke kinderen met hun gezin dichtbij hun zieke kind zijn.
Ze groeide op als het jongste kind uit een gezin van negen.
Tijdens het nablussen vonden brandweerlui het verkoolde lichaam van het derde kind van het gezin.
met telwoord ervoor
- veel gezinnen
- vele gezinnen
Voor veel gezinnen betekent de aankoop van een nieuwe wagen de grootste uitgave na de aankoop van een woning.
Vele gezinnen met chronisch zieke kinderen komen daardoor in ernstige financiële moeilijkheden.
met bezittelijk voornaamwoord
- haar gezin
- hun gezin
- je gezin
- jouw gezin
- mijn gezin
- ons gezin
- uw gezin
- zijn gezin
Haar gezin kwam om haar te helpen de uitvaart te regelen.
Echtparen in dienstverband nemen, naast de eigen kinderen, ook geplaatste kinderen op in hun gezin.
Je kunt kiezen voor je gezin en je werk opgeven.
Het viel me ook tegen dat ik minder tijd had voor mijn gezin met twee jonge kinderen.
Ons doel is gezonde en lieve kittens te fokken die in ons gezin opgroeien.
Na vele jaren van spanning en frustratie is er dan eindelijk een kindje in uw gezin.
Hij wil naar zijn vrouw, zijn kinderen, zijn gezin.
met ander, nevengeschikt substantief
- gezinnen en alleenstaanden
- gezin en arbeid
- gezinnen en bedrijven
- gezin en familie
- gezin en gemeenschap
- gezin en huishouden
- gezinnen en kinderen
- gezin en school
- gezin en werk
Wandelia is een wandelgroep van gezinnen en alleenstaanden, die om de maand een kort of lang weekeinde door de fraaiste landschappen stappen.
De combinatie tussen gezin en arbeid staat reeds lang op de agenda van de vrouwenbeweging.
Het vertrouwen van gezinnen en bedrijven is fors gedaald, waardoor de groeivertraging van vóór de aanslagen wordt versterkt.
Zo leidt uiteindelijk de stressmaatschappij tot functieherstel van gezin en familie.
De aard van de handicap bepaalt doorgaans de waarde van het kind binnen gezin en gemeenschap.
Toch droegen ze zware lasten in gezin en huishouden.
Nog steeds groeien bijna 300.000 kinderen in armoede op en loopt het aantal daklozen (waaronder steeds meer gezinnen en kinderen) verder op.
Daarnaast is kinderopvang voor een groeiend aantal kinderen in opvoedkundig opzicht een aanvulling op gezin en school.
Aangezien familiewaarden veel voor je betekenen, zou je verscheurd kunnen worden tussen gezin en werk.
Vaste verbindingen
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- achterstandsgezin
- adoptiegezin
- arbeidersgezin
- asielzoekersgezin
- boerengezin
- bonusgezin
- eenoudergezin
- fusiegezin
- gastgezin
- gastoudergezin
- heterogezin
- homogezin
- hotelgezin
- huisgezin
- jihadgezin
- kerngezin
- kostwinnersgezin
- lawaaigezin
- meeroudergezin
- middenklassengezin
- mikadogezin
- modelgezin
- mozaïekgezin
- multiprobleemgezin
- netwerkgezin
- nuloudergezin
- onderhandelingsgezin
- opvanggezin
- opvoedgezin
- overlastgezin
- patchworkgezin
- pleeggezin
- probleemgezin
- regenbooggezin
- risicogezin
- sologezin
- spijtgezin
- spitsgezin
- spitsuurgezin
- standaardgezin
- steungezin
- stiefgezin
- succesgezin
- time-outgezin
- tweekinderengezin
- tweemoedergezin
- tweeoudergezin
- tweevadergezin
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- gezinsauto
- gezinsbedrijf
- gezinsbeleid
- gezinsbubbel
- gezinsbudget
- gezinscoach
- gezinsdal
- gezinsgewijs
- gezinshereniging
- gezinshuis
- gezinshulp
- gezinslocatie
- gezinsmanager
- gezinsmatig
- gezinsmigrant
- gezinsmigratie
- gezinsmoordenaar
- gezinsonderzoek
- gezinsonvriendelijk
- gezinspaard
- gezinspartij
- gezinsprobleem
- gezinssituatie
- gezinssuite
- gezinstablet
- gezinstherapie
- gezinsverantwoordelijkheid
- gezinsverhouding
- gezinsverpakking
- gezinsvorm
- gezinsvormer
- gezinsvriendelijk
- gezinswagen
- gezinswoning
- gezinszorg