patchworkgezin 1.0
(neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een patchworkgezin…
is een gezin
- [Leden] bestaat uit een vader en/of stiefvader, een moeder en/of stiefmoeder, stiefbroers en/of stiefzussen, halfbroers en/of halfzussen
Algemene voorbeelden
De babyboomers stichtten op vrij jonge leeftijd een gezin. De meeste mannen trouwden rond hun vierentwintigste, meteen na hun legerdienst. De meesten waren dus jonge ouders, die hun kinderen zo probeerden op te voeden dat ze hun vrienden zouden worden. Maar de babyboomers zijn ook massaal gescheiden. Velen zijn hertrouwd en hebben nu dus relatief jonge kinderen. Patchworkgezinnen met minstens drie verschillende familienamen op de bel werden door de babyboomgeneratie schering en inslag. Maar dat betekent ook dat de kinderen uit die tweede huwelijken pas gaan studeren op het moment dat ma en pa al jaren met pensioen zijn.
Er zijn verschillende termen om zo een 'nieuw' gezin aan te duiden: fusiegezin, hertrouwd gezin, patchworkgezin, stiefgezin, mozaïekgezin of nieuw-samengesteld gezin.
Woordenlijst onnodig Engels [...]. Patchwork z.nw. lapjeswerk. Patchwork family/patchworkgezin z.nw. mozaïekgezin, fusiegezin.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Etymologie
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2001 |
Benoemingsmotief | Het woord verwijst naar het feit dat dergelijke gezinnen als een soort patchworkdeken zijn samengesteld uit lapjes van verschillende herkomst. |