nuloudergezin 1.0
(neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een nuloudergezin…
is een gezin
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een gezin waarvan de ouders vaak niet thuis zijn omdat zij het te druk hebben met werken en/of hun eigen sociale leven, waardoor zij te weinig toezicht kunnen houden op hun kinderen die daardoor eerder zouden kunnen ontsporen
Algemene voorbeelden
Na eenoudergezinnen nu ook nuloudergezinnen? Baby's die aan hun lot worden overgelaten vanaf dag 1?
Formeel gesproken heb je voor een gezin ten minste één ouder en één kind nodig, en dat maakt nuloudergezin tot een contradictio in terminis. Dit gewrocht werd bedacht door de Utrechtse psycholoog Vincent Duindam. Het gaat om een vertaling van zero-parent family, een vondst van de Amerikaan Robert Bly, voor een gezin waar de ouders altijd weg zijn en de kinderen dus aan hun lot worden overgelaten (met alle risico's van dien).
Duindam introduceerde nuloudergezin - dat in de kranten doorgaans als nul-oudergezin wordt gespeld - in december 2000 in Trouw ('In de Verenigde Staten spreekt men al van het nul-oudergezin'), maar het brak pas door in 2002, nadat Duindam op 23 mei in Trouw had geschreven: Er doemt wel een gevaar op: 'nul-oudergezinnen' dreigen te ontstaan waarin de ouders altijd weg zijn. Een nieuw kabinet moet mannen meer tot zorg voor de kinderen verleiden.
Om verloedering van de maatschappij tegen te gaan, moet de overheid vaders stimuleren minder te werken. Nederland dreigt anders net als de Verenigde Staten overspoeld te worden door nul-oudergezinnen. Vader en moeder werken fulltime, verliezen het toezicht op hun kroost met drugsgebruik en criminaliteit tot gevolg, zegt psycholoog Vincent Duindam.
Etymologie
Aard herkomst | leenvertaling |
---|---|
Vroegste datering | 2000 |
Periode opkomst | 2002 |
Brontaal | Amerikaans-Engels |
Vorm in brontaal | zero parent family |
Betekenis in brontaal | idem |
Bedenker | Het woord is in 2000 geïntroduceerd door de Utrechtse psycholoog Vincent Duindam, maar brak pas door in 2002. |
Benoemingsmotief | Het woord verwijst naar het feit dat door de afwezigheid van de ouders de kinderen in het gezin in feite niet worden opgevoed en nul ouders hebben. |
Bijzonderheden | Vgl. Ewoud Sanders, De taal van het jaar; de nieuwe woorden en uitdrukkingen van 2002. |