huisgezin 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een huisgezin…
is een gezin
Algemene voorbeelden
Wie minder dan 30.000 frank heeft, wordt "arm" gekatalogeerd, tussen 30.000 en het gemiddelde zitten huisgezinnen die met armoede bedreigd worden.
Om de winter door te komen heeft een huisgezin drie ton hout of twee ton steenkool nodig.
Een verhuizing is meer dan met zorg inpakken, transporteren en uitpakken. Verhuizen is ook een emotionele aangelegenheid. Vooral voor de kinderen in een huisgezin, die hun vertrouwde woonomgeving en hun vriendjes en vriendinnetjes moeten achterlaten en angstig uitkijken naar de eerste dag op een nieuwe school.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- het ganse huisgezin
- het gehele huisgezin
- het hele huisgezin
- de meeste huisgezinnen
- hele huisgezinnen
Al enkele maanden siert de bruine envelop in de meeste huisgezinnen een of andere kast of schouw, en elk jaar nemen we ons voor de vervelende klus maar meteen te klaren.
Een klein takgekraak, een ruisen van struiken en plots na mekaar, op nog geen twintig meter afstand, twee everbiggen die bij de beek kwamen, hun slurfig snuitje in de lucht staken. Eer ik iets dacht, eer ik mij iets voornam weerklonk de knal van mijn geweer, deed het nabijste evertje nog een poging om op te springen maar viel met de kop in het kabbelende water morsdood. Een korte, luide knor in de struiken en ik hoorde de galop van het ganse huisgezin in razende vaart hollen en snel verdwijnen.
Vaak is het voor buitenstaanders zonder onhandelbaar kind totaal onbegrijpelijk dat een peuter of kleuter het gehele huisgezin lijkt te regeren.
Natuurlijk waren er vroeger talrijke wrede beslagleggingen, waar hele huisgezinnen slachtoffer werden van gewetenloze schuldeisers en oplichters.
- een christelijk huisgezin
- een eensgezind huisgezin
- een eigen huisgezin
- een katholiek huisgezin
- een klein huisgezin
- een modaal huisgezin
- een normaal huisgezin
Ieder modaal huisgezin moet de tering naar de nering zetten als de inkomsten dalen.
Ik heb verschillende 'speciale' honden, die een thuis zoeken. Eén ervan kan je het beste beschrijven als autistisch. Zo'n snoepje! Hij heeft alleen wat ruimte nodig om van zijn leven te kunnen genieten zonder de druk van een normaal huisgezin.
Toen zag ik een soort levend kluwen in cirkelbeweging naar mij toe komen gedraaid [...]. Het waren de biggetjes [...]! Om een of andere reden waren ze hun ouders niet gevolgd, en nu liepen ze verloren rond tussen bomen en struiken [...]. En op dezelfde plaats, een paar dagen later, ontmoette ik, zonder twijfel, hetzelfde klein huisgezin [...]. De zeug lag in een kleine open ruimte zich in de zon te koesteren, dacht ik [...]. Op dat ogenblik liet het mannetje, dat iets verder stond, zijn geknor horen en holde weg.
Het was kennelijk Clarice' taak in dat katholieke huisgezin hen op hun wenken te bedienen.
Als ze reddeloos achterop is geraakt met luisteren en uiteindelijk is afgedwaald, stopt hij en vraagt wat in ieder licht-christelijk huisgezin door het gezinshoofd aan de kinderen werd gevraagd op zo'n moment, voor velen het zinnebeeld van een verstikkende jeugd. 'Laatste woord?'
Doch heel geschikt was hij geweest om haar, toen het werk tot routine was verworden, het onbestemde verlangen te doen vergeten dat in de diepte op de loer lag, haar hunkering naar een eigen huisgezin.
Ik herinner me een vader, die [...] besefte dat zijn gezin helemaal niet eensgezind was. Daar wilde hij iets aan doen. Dus organiseerde hij de volgende zondag een uitstapje waaraan al zijn kinderen moesten deelnemen [...]. Maar de zoon antwoordde: "Papa, ik heb al met een paar vrienden afgesproken om te gaan voetballen!" "Bel ze dan onmiddellijk op - was zijn antwoord - en zeg hun dat je niet mee kunt gaan, want ik wens een eensgezind huisgezin te hebben!". Hij praat met zijn dochter, maar die bleek ook al afgesproken te hebben dat ze kennissen gaat bezoeken.
- een Amerikaans huisgezin
- een Fins huisgezin
- een Hollands huisgezin
- een Nederlands huisgezin
- een Oost-Vlaams huisgezin
- een Tongers huisgezin
- een Vlaams huisgezin
- een Waals huisgezin
Uit de Sociale Kaart van Wallonië blijkt dat het gemiddeld netto-inkomen van een Waals huisgezin 33.277 frank bedraagt.
Afstomping en algehele vervlakking, dat was het trieste beeld van het Nederlandse huisgezin vandaag aan de dag.
De twee containers bevatten samengeperste blauwe plasticzakken die IVM, in samenwerking met Fost Plus, verdeelt bij Oost-Vlaamse huisgezinnen om plastiek, blik en drankkartons selectief in te zamelen.
In het kader van de lancering van de nieuwe website van de stad Tongeren, is er voor ieder Tongers huisgezin een cd-rom met gratis internetverbinding beschikbaar.
We gaan stilaan naar een periode waar in bijna elk Vlaams huisgezin minstens één pc beschikbaar is.
Het modale leven in de Hollandse huisgezinnen waar stamppot andijvie met een lekkere bal gehakt standaard is voor het algemene welbevinden.
Bijna ieder Fins huisgezin beschikt wel over een eigen saunakabine, die dagelijks gebruikt wordt.
Voorbeelden van dergelijke verborgen computerelektronica zijn er te over: mobiele telefoon [...], digitale camera, camcorder [...]. Momenteel zijn in een doorsnede Amerikaans huisgezin meer dan veertig van deze microsystemen te vinden.
in voorzetselgroep
- per huisgezin
Want hij geloofde er natuurlijk geen snars van. Een engel die de weg kwijt was. Kom nu, in wat voor land leven wij. Dan stuurt Herman De Croo een hele week lang per huisgezin minstens vier boekjes van 1.001 klokvaste verbindingen, om de Belgische inboorlingen te informeren waar ze op elk moment van de dag openbaar kunnen vervoerd worden, en dan staat er 's avonds ineens een zogenaamd hemelse UFO voor je, en die zegt dat hij de weg kwijt is.
- hoofd van een huisgezin
- lid van een huisgezin
'Wat je hier ziet [...] is ruwe opium, zoals hij door de Turkse, Chinese of Thaïse boeren wordt geoogst uit papaverbollen. Als de bollen rijp zijn, trekt ieder lid van het huisgezin plus de beschikbare buren naar het veld, gewapend met speciale mesjes om insnijdingen te maken in de bollen.'
Opel mikt met zijn break op de dynamische consument, de actieve, gehuwde veertiger, hoofd van een huisgezin met een stuk of wat kinderen.
- de kring van het huisgezin
Van de nieuwe elite van deze samenleving mogen christenen nog alleen in de sacrale ruimte van hun kerkgebouwen en in de besloten kring van hun huisgezin hun gedacht zeggen.
- een derde van de huisgezinnen
- driekwart van de huisgezinnen
In augustus vorig jaar werd een derde van alle huisgezinnen in Engeland en Wales verplicht "wegens uitzonderlijke droogte" minder water te verbruiken.
In Vlaanderen zijn driekwart van de huisgezinnen aangesloten op een rioleringsnet.
met substantief ervoor
- miljoenen huisgezinnen
- een tiental huisgezinnen
Buiten de steden gebruiken miljoenen huisgezinnen butagas.
Een ecoteam is een groep van een tiental huisgezinnen, die aan de hand van een werkboek en met de ondersteuning van een ecoteamgids gedurende een half jaar werken aan een duurzamere levensstijl.
- een aantal huisgezinnen
- het aantal huisgezinnen
Zo wordt een vast aantal huisgezinnen in de VS, Japan en Zweden maandelijks een enquêteformulier onder de neus geschoven.
met onbepaald voornaamwoord
- elk huisgezin
- ieder huisgezin
- menig huisgezin
- alle huisgezinnen
Hoe langer hoe meer mensen komt het ter ore dat een telefoontoestel huren bij Belgacom nu helemaal niet meer verplicht is. Menig huisgezin brengt zijn toestel terug naar de dichtstbijzijnde telefoonwinkel van Belgacom, krijgt dan 720 frank minder gefactureerd.
In ieder huisgezin werd een Heilig Hartbeeld op een ereplaats neergezet.
Elk huisgezin krijgt gratis een glasbak ter beschikking gesteld.
Het stadsbestuur wil elk huisgezin de mogelijkheid bieden om kennis te maken met de nieuwe communicatietechnologieën.
Over deze liefdesaffaire krijgt Astrid niets te horen. Wel over de ouderavond, die in alle huisgezinnen tijdens het ontbijt of het avondeten ter sprake komt.
met bezittelijk voornaamwoord
- hun huisgezin
- mijn huisgezin
- ons huisgezin
- zijn huisgezin
Van de nieuwe elite van deze samenleving mogen christenen nog alleen in de sacrale ruimte van hun kerkgebouwen en in de besloten kring van hun huisgezin hun gedacht zeggen.
Na het uitbreken van de oorlog was zij voor de opvoeding van haar kinderen in Bilthoven gaan wonen. Zij maakte daar vrienden en toen het voor mij noodzakelijk werd mijn huisgezin in Broek te verlaten, was zij het die me op die noodzaak wees en een kamerwoning voor me zocht in Bilthoven.
Naar zijn werk, zijn huisgezin wordt de moderne mens door de trem gevoerd, door de sneltrein naar een vriend die niet meer 'de verre vriend' kan heten.
Het spreekt vanzelf dat mijn moeder en zuster in het schone water moesten baden: ook in ons huisgezin werd de vrouw achtergesteld, ook bij ons moest zij zich branden in schoon water en zelf zeep aanmaken terwijl wij lekker in hun koude sop mochten.
gevolgd door naamvalsgenitief
- diens huisgezin
Of ik in deze eventualiteit iets wou ondernemen om zijn zoon en diens huisgezin op te zoeken, vooral in zijn kleinzoon had hij veel hoop gesteld.