tachtigjarige


tachtigjarige 1.0

iemand die tachtig jaar oud is; persoon met de leeftijd van tachtig jaar

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een tachtigjarige…

is een persoon

  • [Leeftijd] is tachtig jaar oud
  • [Betrokkene] is een persoon

    Algemene voorbeelden


    Het is de acteurs niet aan te zien dat ze tachtigjarigen spelen.

    De Standaard,

    Een honderdjarige kan nog donor zijn van hoornvliezen en een tachtigjarige kan nog donor zijn van huid.

    NRC,

    Het is een enigszins verontrustend, maar inmiddels vertrouwd gezicht, althans in Amerika, om tachtigjarigen te zien die niet alleen nog in leven zijn, maar ook opgewekt bezig met houthakken, paardrijden, zwemmen en door stadsparken hollen.

    NRC,

    Een tachtigjarige wordt vandaag bijvoorbeeld een kunstklep ingeplant met een verbeterde levenskwaliteit en kwantiteit tot gevolg.

    De Standaard,

    Een Franse dokter heeft zich laten invriezen in zijn kasteel. Zijn vrouw lag hem daar al op te wachten: in 1984 overleed zij aan kanker. De tachtigjarige hoopt dat de wetenschap hen beiden ooit doet verrijzen.

    Het Nieuwsblad,

    Combinatiemogelijkheden


    voorafgegaan door als


    • als tachtigjarige

    De nieuwe aartsbisschop, een vriend en streekgenoot van Joannidis, was Serafím, die nu als tachtigjarige nog steeds regeert en presidenten en premiers van elke snit, van junta tot socialist, heeft beëdigd.

    NRC,

    De jongste dochter van Beets zei toen ze als tachtigjarige het beeld te zien kreeg: "Is dat nou pa?' Wel een groots eerbewijs voor de schrijver van het beroemdste Nederlandse boek, een der best geschrevene, dat nog steeds gelezen is gebleven na bijna anderhalve eeuw.

    Wie ik tegen kwam, C.J. Kelk,