tateren


tateren 1.0

druk en geanimeerd praten; kwebbelen; kletsen; babbelen; snappen; snateren

Semagram (extra betekenisinformatie)


Tateren…

is een activiteit

      Algemene voorbeelden


      Een vrouw was bezig met tateren tegen een andere vrouw.

      De droogte, Herman Brusselmans,

      'Door al dat gelees,' zei ze, 'krijg je nog meer praatjes; je kletst en tatert mij nu al de oren van het hoofd.'

      Het geheim van Eberwein, Boudewijn Büch,

      Je kon het, zei de blonde dame die dikwijls op bezoek kwam en de haar toegemeten tijd vol taterde en jou af en toe aan het lachen bracht.

      Sterk water, Marijke Libert,

      Combinatiemogelijkheden


      met infinitief


      • tateren en tateren
      • kwetteren en tateren
      • lachen en tateren

      "Die vrouw heeft gewoon niéts om over te praten. Tateren en tateren, maar altijd over pietluttigheden. De mode, de reizen van andere vriendinnen, je kent dat."

      Liliane, of De spiegelingen van leugen en liefde, Clem Schouwenaars,

      Drie verklede jonge meisjes lopen in de dorpsstraat voorbij [...]. Uitgelaten trippelen ze arm in arm in arm over de stoep. Ze kwetteren en tateren als eksters.

      De dieven zijn al gaan slapen, Leo Pleysier,

      Je ziet ons hier staan lachen en tateren.

      De Standaard,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding


      Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


      tateren 2.0

      ((vooral) in België)

      onaangenaam veel, hard en/of druk praten; tetteren

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Tateren…

      is een activiteit

          Algemene voorbeelden


          De theatermaker tatert door maar is onverstaanbaar.

          Open gelijk een mond, Jeroen Olyslaegers,

          Mevrouw Chantal zat weer bij het telefoontoestel te tateren en de windhonden keken ongelukkig naar buiten.

          Requiem voor de geitenmelker, Robin Hannelore,

          Overdag is Saskia een clown die niet ophoudt met tateren en gezichten trekken.

          Alle verhalen, Kristien Hemmerechts,

          Woordfamilie


          Als deel van een afleiding


          tateren 3.0

          ((vooral) in België)

          ( Gezegd van vogels)
          geluid maken; snateren; kwetteren

          Semagram (extra betekenisinformatie)


          Tateren…

          is een activiteit

              Algemene voorbeelden


              De mussen taterden erop los, terwijl vinken en merels in het wilde weg hun solo's ten beste gaven.

              Memoires van een kerkuil, Robin Hannelore,