thuisfan


thuisfan 1.0

(sport en recreatie; (vooral) in België; neologisme)

iemand die een sportwedstrijd bezoekt van een team dat thuis speelt; thuissupporter

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een thuisfan…

is een supporter; is een persoon

  • [Activiteit of handeling] bezoekt thuiswedstrijden van een sportteam dat thuis speelt

    Algemene voorbeelden


    Zwarte avond in De Kuip. Tijdens de halve finale van de Nederlandse beker tussen Feyenoord en Ajax werd Davy Klaassen geraakt door een aansteker gegooid door een thuisfan. Hevig bloedend maakte Klaassen misbaar, waarna 'de Klassieker' op het uur bij een 1-2-stand een halfuur werd gestaakt.

    Het Laatste Nieuws,

    Kortrijk scoorde zaterdag in de 91ste minuut de 1-1 nadat Dender in het Guldensporenstadion 0-1 was voorgekomen. Helemaal op het einde won Dender dankzij een penalty toch nog de wedstrijd waarna de stoppen bij enkele Kortrijkse fans helemaal doorsloegen. Een dronken thuisfan betrad de eretribune en deelde de bezoekende voorzitter Patrick De Doncker een karatetrap uit. 'Ik vond het vreemd dat de supporters vanuit het staanvak zomaar de zittribune konden betreden', reageerde De Doncker.

    Het Nieuwsblad,

    Onlangs werd in Standard een nieuwe supportersfederatie opgericht: La Famille de Rouches. Ongeveer 40 procent van de supporters van de club zijn Vlamingen waaronder heel wat Limburgers. Er heerst echter groot ongenoegen over de prijs van een ticket bij uitmatchen. Soms is dat zelfs het dubbele van wat een thuisfan moet betalen voor een evenwaardige plaats, zegt woordvoerder René Debehets. Ook in Genk wordt ons weer duizend ballen gevraagd voor een plaatsje achter de goal.

    Gazet van Antwerpen,

    Etymologie


    Aard herkomst inheems woord
    Vroegste datering 1992
    Bijzonderheden Het woord komt al een enkele keer voor in de vroege jaren negentig, maar is vooral vanaf 2000 populair.