treinreiziger 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een treinreiziger…
is een reiziger; is een persoon
- [Middel] reist met behulp van de trein
Algemene voorbeelden
Elders moet de treinreizigers een ticket halen uit de automaten -- al geeft de NMBS-directie toe dat die nog niet helemaal op punt staan -- of moeten ze de conducteur op de late trein om een kaartje vragen.
De gure Noordooster had vrij spel op de perrons van het NS-station in Amersfoort, waar de meeste treinreizigers de beschutting van de wachtkamer hadden opgezocht.
Combinatiemogelijkheden
met adjectivisch voltooid deelwoord
- gestrande treinreizigers
Gestrande treinreizigers met de bus. De vrachtwagencombinatie botste frontaal op een onbewaakte spoorwegovergang nabij het station in Zwolle tegen een trein.
in voorzetselgroep
- service aan treinreizigers
- vergoedingen aan treinreizigers
Hij vindt het ook onaanvaardbaar dat de service aan treinreizigers wordt teruggeschroefd.
De ANWB heeft zich sterk gemaakt voor het betalen van vergoedingen aan treinreizigers die te maken krijgen met vertraging.