ureter 1.0
(wetenschap; gezondheid, geneeskunde en zorg; specialistisch)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een ureter…
is een lichaamsdeel; is een deel
Algemene voorbeelden
Vanuit het nierbekken loopt een buisje, de urineleider (Latijn: ureter), van elk van beide nieren naar de blaas. Het transport van urine via de urineleider gaat middels knijpende spierbewegingen in de wand van het buisje (peristaltiek), zodat de urine naar de blaas wordt 'geknepen'.
Tijdens de behandeling wordt een zeer dun optisch instrument (= scoop) langs de urinebuis in de blaas gebracht. In de blaas wordt de scoop opgeschoven naar het kanaal tussen de nier en de blaas (= urineleider of ureter). Hier wordt de steen, afhankelijk van de grootte, door middel van een netje of een tangetje weggenomen. Indien de steen te groot is, wordt hij door middel van een inwendige verbrijzelaar kapot geschoten en worden de grootste stukjes verwijderd.
De urine wordt door de ureters voortbewogen door de spier. Aan het uiteinde van de ureters zit een soort ventiel, deze zorgt ervoor dat de urine uit de blaas niet terug de ureter in kan lopen.
Een opgezwollen urineleider (ureter) ontstaat als de urine niet normaal kan afvloeien door een verstopping in de urinewegen. Afhankelijk van de plaats van de verstopping komt de aandoening bij één of beide urineleiders voor.
Een ureterstenose is een vernauwing (stenose) van de urineleider (ureter). Het gevolg hiervan is ophoping van urine in het nierbekken, waardoor de nier beschadigd raakt of zijn functie zelfs geheel verliest.