urineleider 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een urineleider…
is een lichaamsdeel; is een deel
- [Afmeting] is bij volwassen mensen tot circa 35 cm lang en heeft een doorsnede tot 4 mm
- [Functie] dient om de urine van de nieren naar de blaas te laten lopen
- [Plaats] verbindt het nierbekken met de blaas
Algemene voorbeelden
Een Dormia catheter is een dun slangetje, waarbij aan het eind een soort vangnetje van dun ijzerdraad is bevestigd. Vooral kleinere, laag in de urineleider gelegen stenen kunnen hiermee via plasbuis en blaas worden 'gevangen' en vervolgens naar buiten worden getrokken.
Ook kan er, vooral bij kinderen, sprake zijn van een defect ventiel onderaan de urineleider, waardoor urine terugstroomt naar de nier; ook dan zal een operatie noodzakelijk zijn.
Eeuwenlang hebben we onszelf op tekeningen, schilderijen en filmbeelden leren kennen als een door ribbenkast en overig gebeente bij mekaar gehouden bloederig ensemble van urineleider, nier, darmen, galblaas, lever, longen, hart en hersens.
Bij seksuele betrekkingen kunnen bacteriën vanuit de anaal-vaginale streek worden overgebracht naar de urineleider en vervolgens in de blaas terechtkomen.
In de blaas wordt de scoop opgeschoven naar het kanaal tussen de nier en de blaas (= urineleider of ureter).
Ik ben een vakman. Ik definieer anatomiekunst als de esthetisch-instructieve voorstelling van het inwendige lichaam. Maar ik dehumaniseer de specimens niet. Ik leg niet een paar testikels bij een hoopje hersenen, om het een 'mannelijkheidsmedaillon' te noemen, zoals ik onlangs in een kunstboek zag. Ik kerf geen bloemkool uit mensenhersenen, ik steek geen bloemen in een urineleider. Dat zou geen anatomie meer zijn.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- eindigen (in)
- liggen (bij)
- lopen (naar)
Het ei zit helemaal aan de cloacawand vastgekleefd. De urineleiders en darmen eindigen echter ook in de cloaca. En door deze indroging kan de vogel zijn ontlasting en urine niet kwijt.
De urineleider die naar de blaas loopt (de urethra) is bij de vrouw veel korter dan bij de man, waardoor bacteriën een kortere afstand moeten afleggen om de blaas te bereiken.
De urineleider ligt dicht bij de vagina en de anus (transit van de stoelgang), waardoor bacteriën makkelijker hun weg naar de blaas vinden.
als object bij een werkwoord
- de urineleider afsluiten
- de urineleider bekijken
- de urineleider doorsnijden
- de urineleider vrijmaken
Uw geneesheer heeft beslist om een ureterorenoscopie bij u uit te voeren. Dit is een behandeling waarbij de geneesheer de urineleider en een deel van de nier rechtstreeks gaat bekijken. Ook kunnen gelijktijdig laag gelegen stenen verwijderd of verbrijzeld worden.
Bijvoorbeeld door een steen kan de urineleider volledig worden afgesloten; de urine kan dan niet meer weg en de betreffende nier stopt met zijn zuiverende werk.
Er wordt een insnede gemaakt in de flank tussen of onder de ribben. De nier wordt opgezocht. De urineleider tussen de nier en de blaas en alle belangrijke bloedvaten van de nier worden vrijgemaakt. Bij een totale nierwegname worden de urineleider en bloedvaten doorgesneden en wordt de nier verwijderd.
in voorzetselgroep
- aandoeningen aan de urineleiders
Kinderen die borstvoeding krijgen of hebben gekregen, zijn beter beschermd tegen bepaalde ziekten, waaronder diarree, aandoeningen aan de luchtwegen (onder andere longontsteking), aandoeningen aan de oren en aan de urineleiders.
- afdalen in de urineleider
- afzakken in de urineleider
- stenen in de urineleider
- tumoren in de urineleider
Meestal worden nierkolieken veroorzaakt door een niersteen die is afgedaald in de urineleider.
Laparoscopisch ingrepen bij volwassenen: Nieren. Wegname (gedeeltelijk of volledig) van een nier. Vastzetten van een wandelnier. Verwijderen van niercysten. Niertransplantatie: wegname van de nier bij een levende donor. Bijnieren. Wegname bijnier in geval van tumor. Urineleider en nierbekken. Verwijdingsoperatie ter hoogte van nierbekken of urineleider. Verwijderen van tumoren in de urineleider.
Bij de transurethrale steenvergruizing (trans=langs, urethra=plasbuis) is het mogelijk, vooral bij stenen in de urineleider, deze 'van onderaf' met een klein kijkbuisje te bereiken, om de steen vervolgens met een trilsonde kapot te trillen.
Enkele goedaardige oorzaken van hematurie: stenen in de nier, urineleider of blaas; infectie; goedaardige prostaatvergroting; verwondingen aan de urinewegen (bijvoorbeeld na een ongeval).
Het zijn vaak de kleinere stenen die pijnklachten geven, vooral als ze in de urineleider 'afzakken' en verderop de afvoer verstoppen.
- het begin van de urineleider
- epitheel van een urineleider
- de ingang van de urineleider
- het eind van de urineleider
- ontsteking van de urineleider
- verdubbeling van de urineleiders
- vernauwingen van de urineleider
Bij de man bestaat alleen de ingang van de urineleider uit slijmvlies en heeft het aidsvirus veel minder plaats om binnen te glippen.
Ook kan het gebeuren dat een nier in twee stukken is gesplitst, zodat als het ware twee kleine niertjes zijn ontstaan. Een andere variatie is een verdubbeling van de urineleiders aan één of beide kanten, zodat er drie of vier urineleiders naar de blaas lopen.
Of er kan sprake zijn van een vernauwing aan het begin van de urineleider; dan zal een operatie noodzakelijk zijn om dit te verhelpen (omdat antibiotica in dat geval of helemaal niet, of slechts tijdelijk werken).
Bij seksuele betrekkingen kunnen bacteriën vanuit de anaal-vaginale streek worden overgebracht naar de urineleider en vervolgens in de blaas terechtkomen. Hierdoor kan ontsteking van de urineleider of de blaas ontstaan (ook bekend als wittebroodscystitis).
Met dezelfde technieken als bij de huidkweek, kan een vierkante centimeter epiteel van een urineleider opgekweekt worden tot meerdere voetbalvelden.
Afwijkingen betreffende de afvoerwegen van de nier, zoals vernauwingen van de urineleider of stenen, alsmede goed- en kwaadaardige tumoren in en om de nier en aangeboren afwijkingen.
Aan het eind van de urineleider, bij de inmonding in de blaas, bevindt zich overigens een soort ventiel, dat verhindert dat urine vanuit de blaas weer terug kan stromen naar de nier.
- via de urineleider
- via de urineleiders
In de nieren wordt urine gevormd die via de urineleiders in de blaas terechtkomt.
De infectie treedt op wanneer bacteriën zoals Escherichia Coli (E. Coli), die normaal aanwezig zijn in het rectum, zich via de urineleider in de richting van de blaas bewegen.
De urine, die door de nieren wordt geproduceerd, wordt via de urineleiders naar de blaas getransporteerd om daar tijdelijk te worden opgeslagen.
Blaasstenen ontstaan meestal niet in de blaas zelf. Het zijn vaak nierstenen, die via de urineleider in de blaas terecht gekomen zijn.
met telwoord ervoor
- beide urineleiders
- de twee urineleiders
- drie urineleiders
- vier urineleiders
Afwijkingen kunnen ontstaan in de nieren, de twee urineleiders (buizen die urine van de nieren naar de blaas afvoeren, ook 'ureters' genaamd), de blaas of de plasbuis (buis waardoor urine uit de blaas het lichaam verlaat, ook wel 'urethra' genaamd).
De urineblaas is min of meer bolvormig en bevindt zich, aan het eind van de twee urineleiders, onderaan de buik, achter het schaambeen.
Ook kan het gebeuren dat een nier in twee stukken is gesplitst, zodat als het ware twee kleine niertjes zijn ontstaan. Een andere variatie is een verdubbeling van de urineleiders aan één of beide kanten, zodat er drie of vier urineleiders naar de blaas lopen. In al deze gevallen, en in andere variaties, hoeft e.e.a. niet tot klachten te leiden, tenzij door de afwijkende ligging vernauwingen of afvoerproblemen ontstaan.
De beide urineleiders komen van de zijkant de blaas binnen. Ze lopen eigenlijk schuin door de blaaswand heen, zodat ze, als de blaas voller wordt een beetje plat gedrukt worden; op die manier wordt een soort ventiel gevormd dat verhinderd dat urine kan terugstromen naar de nier.
met ander, nevengeschikt substantief
- urineleiders en blaas
- de urineleiders en het nierbekken
- blaas en urineleider
- nierbekken en urineleider
- nierbekken of urineleider
Bij operaties via de schede wordt de hoek tussen de blaas en de urineleider vanaf de schede naar boven opgeduwd en vastgezet.
Tot voor kort waren de cellen van urineleiders en blaas niet kweekbaar, maar dat lukt nu wel.
De miljarden kleine buisjes in het nierweefsel kunnen natuurlijk verstopt raken, maar meestal zit de verstopping verderop, bijvoorbeeld in het nierbekken of in de urineleider.
Een iets andere vorm van nierkanker zijn tumoren van nierbekken en urineleider, die gelukkig niet zo vaak voorkomen.
De binnenbekleding van de blaas is van het zelfde type als dat van de urineleiders en het nierbekken.