veldmuis 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een veldmuis…
is een zoogdier; is een dier
- [Afmeting] is 9,5 tot 12,5 cm lang
- [Geluid] piept; maakt een piepend geluid
- [Kleur] is bruin of grijs
- [Bouw] is gewerveld; heeft vier poten
- [Deel] heeft een ruige vacht; heeft een korte, behaarde staart; heeft een stompe snuit; heeft kleine oortjes
- [Voortplanting] brengt de jongen levend ter wereld
- [Plaats] leeft vooral op akkerland waar graangewassen verbouwd worden
- [Woongebied] komt voor in Europa en in Azië
- [Leeftijd] wordt 4 maanden tot 2 jaar oud
- [Gedrag] is een planteneter; leeft in een nest in een zelfgegraven ondergrondse gang
- [Waardering] wordt soms niet gewaardeerd door boeren vanwege schade aan de gewassen
- [Gelijkenis] lijkt op een muis
- [Onderscheid of tegenstelling] heeft een ruigere vacht dan een muis; heeft een kortere staart dan een muis; heeft een stompere snuit dan een muis
Wetenschappelijke naam: Microtus arvalis
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Mammalia; Zoogdieren |
Orde | Rodentia; Knaagdieren |
Familie | Cricetidae; Woelmuisachtigen |
Geslacht | Microtus |
Soort | Microtus arvalis |
Algemene voorbeelden
Spitsmuizen, veldmuizen, woelmuizen en bosmuizen hebben allemaal hun eigen piepend of tikkerend of krijsend taaltje, waarmee ze lokken, zich verstaanbaar maken, uitdagen en in woede uitbarsten; ze leven ook in de buurt van het door hen geliefde voedsel en hebben een voorkeur voor bepaalde schuilplaatsen.
Bij voedselschaarste vreten de veldmuizen over het algemeen van de boombast en kunnen de boompjes dan vlak bij de grond ringen.
De harpij, de grote apenarend, die apen uit de boomkruinen plukt als een torenvalk veldmuizen uit de wei.