verkoopster


verkoopster 1.0

vrouw die voor haar beroep waren verkoopt, vooral in een winkel, een supermarkt, een warenhuis, of buiten

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een verkoopster…

is een vrouw; is een persoon

  • [Uiterlijk] heeft vaak een verzorgd voorkomen; is netjes gekleed, soms in een bedrijfsuniform
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is meestal vriendelijk en behulpzaam
  • [Activiteit of handeling] verkoopt waren of diensten; verstrekt informatie over de waren aan de klanten; probeert klanten om te praten om iets te kopen
  • [Betrokkene] heeft direct contact met de klanten, hetzij in de winkel, hetzij op straat, hetzij via de telefoon
  • [Oorzaak, reden of aanleiding] doet haar werk voor haar beroep
  • [Organisatie en organisatiewijze] werkt als werkneemster in een handelszaak of soms ook zelfstandig

Algemene voorbeelden


Toen ze me meedeelde dat ze zo'n vulgaire kleur niet verkochten, en dat ik het maar bij de Etos moest proberen, kwam er een verkoopster van mijn leeftijd aan lopen die mij scherp opnam.

De zonnewijzer, Maarten 't Hart,

Ik wilde niet dat de verkoopster mij tijdens de aankoop in de ogen zou kijken.

Eten met Emma, Herman Koch,

Combinatiemogelijkheden


met voorzetselgroep


Voorzetsel: bij

  • een verkoopster bij Intertoys

"Hier kwamen we dan gezellig bij elkaar. Even bijpraten en dan weer verder", verduidelijkt Burema. "Maar nooit rommel maken hoor!" [...]. Corrie Kraus (43), verkoopster bij Intertoys, bevestigt het verhaal van Burema. De ouderen gaven volgens haar helemaal geen overlast.

Haarlems Dagblad,

Voorzetsel: in

  • een verkoopster in een bloemenwinkel
  • een verkoopster in een boetiek
  • een verkoopster in een bontzaak
  • een verkoopster in een handwerkwinkel
  • een verkoopster in een hoedenwinkel
  • een verkoopster in een kledingwinkel
  • een verkoopster in een modezaak
  • een verkoopster in een schoenwinkel
  • een verkoopster in een winkel

Doyles aanklacht tegen het verborgen geweld geldt Paula's hele omgeving, waar allen de ogen sloten voor wat ze zagen: de verkoopster in de schoenwinkel keek niet naar de gekwetste voet, de postbeambte ignoreerde haar verbrande hand, de kapper het verdwenen haar, en de arts verzorgde uitsluitend het gekwetste lichaamsdeel, rook de alcohol in haar adem en trok zijn conclusies.

De Standaard,

Een overvaller bedreigde een verkoopster in een kledingwinkel in Turijn met een injektiespuit.

De Standaard,

Voorzetsel: op

  • een verkoopster op de parfumafdeling
  • een verkoopster op de rommelmarkt

Achter de deur stond Alanna Brunswick, de echtgenote van vluchtleider Gordon Brunswick, in een Star Trek-T-shirt met een schaal zelfgebakken koekjes en een glimlach als een verkoopster op de parfumafdeling van een warenhuis.

Alle families zijn psychotisch, Douglas Coupland,

Voorzetsel: van

  • een verkoopster van een dierenwinkel
  • een verkoopster van een groentestand
  • een verkoopster van een warenhuis
  • een verkoopster van een winkel

Tien minuten later wist de hele flat het. Dat we zouden trouwen! Want dat hadden we intussen beslist [...]. Het gebouw zat vol met Britten, Canadezen en Israëli's die de kamers huurden van Nederlandse studenten die in Canada, Israël of Engeland uithingen. Hij was niet de enige Brit maar hij was de eerste Brit. Wat mijn moeder tegen de verkoopster van de winkel waar ik mijn bruidsjurk kocht, deed opmerken: Ze kiest haar jurk even snel als haar man.

Alle verhalen, Kristien Hemmerechts,

Mijn vrouw kan een prachtige Ceasar's Salad maken. Maar daar heb je dus Romeinse sla voor nodig. En die was zo goed als onvindbaar. Tot we in het Wijnegem Shopping Center ons probleem voorlegden aan een verkoopster van een groentestand. Zij hadden Romeinse sla, én de groene asperges waar we al weken naar zochten, maar ze hielden die apart voor restaurants en andere vaste klanten.

De Standaard,

  • een verkoopster van groenten en fruit
  • een verkoopster van luxe dameshandtassen
  • een verkoopster van nachtmode
  • een verkoopster van wild

De verkoopster van nachtmode in de Bijenkorf trekt haar wenkbrauwen op bij de vraag of het rekje met vier modellen nachtmode het enige is.

Algemeen Dagblad,

met substantief erachter


  • een verkoopster zitmeubelen

Woonwarenhuis Ikea nam een paar maanden geleden een zitzakje voor kinderen in de collectie op. "Tot onze verbazing is er opeens weer vraag naar," meldt een verkoopster zitmeubelen.

NRC,

voorafgegaan door als


  • als verkoopster werken
  • een baan als verkoopster

Ze maakte de kleren voor haar kinderen zelf, ze werkte als verkoopster en later als mannequin.

Oprechter trouw, Henk Romijn Meijer,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


verkoopster 2.0

vrouw die iets verkoopt wat haar eigendom is

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een verkoopster…

is een vrouw; is een persoon

  • [Activiteit of handeling] verkoopt haar eigendom, of treedt als bemiddelaar op voor iemand die zijn eigendom verkoopt
  • [Object betroffen] verkoopt meestal huizen of grond, beursaandelen of andere waardepapieren, auto's, huisraad, gebruiksvoorwerpen of huisdieren

    Algemene voorbeelden


    Bij paardenkliniek De Fluitenberg werd een vergroeiïng geconstateerd; een tweede onderzoek wees uit dat Nikita aan een chronische aandoening aan de voorbenen zou lijden. Een afwijking die al van vóór de koop zou dateren [...]. De Kampense zou niet hebben voldaan aan een mededelingsplicht die zij als verkoopster had en daarom de pony terug moeten nemen.

    Meppeler Courant,

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen