verlakken 1.0
(informeel)
beetnemen; bedriegen
Algemene voorbeelden
Door zulke valse beloftes liet hij zich niet makkelijk verlakken.
Voor alle zekerheid had hij zich verkleed als de melkboer met zo'n grote achterlijke-jongenspet en een kort stijf jekkertje, maar ons kon hij niet verlakken, want die melkboer hadden we net voorbij zien komen.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
verlakken 2.0
met lak bedekken; lakken
Algemene voorbeelden
Nietmachine voor het bureel - Doornieter - Volledig verchroomd en verlakt [...] - Niet, speldt en nagelt.