vnw. 1.0
(taal en taalkunde; (vooral) geschreven taal)
Algemene voorbeelden
Homoniemen staan in de orde: znw., bnw. (bijw.), telw., vnw., ww., vz., voegw., tussenw., tenzij de etymologie zich daartegen verzet.
Een VNW is een woord dat naar een ZN, een zinsdeel of woordgroep of hele zin verwijst. Er bestaan veel soorten. Een VNW kan zelfstandig voorkomen. Dat wil zeggen dat het woord een zinsdeelfunctie heeft bij redekundig ontleden: 'Hij is verdrietig'. 'Hij' is redekundig ontleed het onderwerp. Taalkundig is 'hij' VNW.
Het Latijn gebruikt vaak geen bezittelijk vnw. wanneer voldoende duidelijk is wie de bezitter is.
Ieder [ie·der], vnw., iedere [ie·de·re]; iedereen [ie·der·een], vnw.; iegelijk [ie·ge·lijk], vnw.; iel, bnw., iele [ie·le]; iemand [ie·mand], vnw.
Het wederkerig voornaamwoord is elkaar en vormen van elkaar zoals: mekaar en elkander. Wederkerige vnw. verwijzen naar meer personen.
Er zijn acht soorten VNW: - persoonlijke voornaamwoorden: PVNW - bezittelijke voornaamwoorden: BZVNW - aanwijzende voornaamwoorden: AVNW - vragende voornaamwoorden: VVNW - wederkerende voornaamwoorden: WDVNW - wederkerige voornaamwoorden: WGVNW - onbepaalde voornaamwoorden: OVNW - betrekkelijk voornaamwoord: BTVNW.
Via de communicatieve aanpak verwerft de cursist automatisch een degelijke grammaticale kennis. In het 1° jaar is dit o.a.: - de tijden - de hulpwerkwoorden zijn, hebben en kunnen - de lidwoorden: bepaald lidwoord en onbepaald lidwoord - de bijwoorden - de voornaamwoorden: persoonlijke vnw en bezittelijke vnw. - de telwoorden: hoofdtelwoorden, rangtelwoorden en data.
vnw. 2.0
(taal en taalkunde; (vooral) geschreven taal)
Algemene voorbeelden
Voltooide deelwoorden van zuiver verbaal karakter kunnen door een voornaamwoordelijk bijwoord voorafgegaan worden; dit voornaamwoordelijk bijwoord kan echter alleen ongesplitst (d.w.z. niet door het deelwoord gesplitst) voorkomen, in tegenstelling tot het gebruik bij de zgn. pseudo-deelwoorden (met nominaal karakter), waar het vnw. bijwoord ongesplitst of door het deelwoord gesplitst kan voorkomen.
Als nabepalingen bij een voornaamwoord komen voor [...]: een bijwoord of vnw. bijwoord: jij hier, de mijne hier, die daarboven, iemand daaruit, niets daarvan.
Een vnw. bijwoord heeft dezelfde syntactische valentie als een voorzetselconstructie. In verband met een bijv. nw. gebruikt is het vaak voorbepaling: daarvan afkerig, daartegen bestand. Het staat ook 'om het adjectief heen'; daar afkerig van, daar bestand tegen.