vnw.


vnw. 1.0

(taal en taalkunde; (vooral) geschreven taal)

voornaamwoord; ook wel: voornaamwoorden
Vaak ook als onderdeel van soorten voornaamwoorden, zoals in persoonlijk vnw. en bezittelijk vnw., en in afkortingen daarvan, zoals in pers. vnw. 'persoonlijk voornaamwoord' en bez. vnw. 'bezittelijk voornaamwoord'; de afkortingen van de diverse voornaamwoorden worden in het ANW apart opgenomen.

Algemene voorbeelden


Homoniemen staan in de orde: znw., bnw. (bijw.), telw., vnw., ww., vz., voegw., tussenw., tenzij de etymologie zich daartegen verzet.

https://books.google.nl/books?id=edQUAAAAIAAJ&pg=PA66&lpg=PA66&dq=%22znw%22+WNT&source=bl&ots=g1NrMUqvzS&sig=tzNOMTBzpWljlClRhUrEHmztZQE&hl=nl&sa=X&ei=kzTWVObvMrHU7AbFxYDwDQ&ved=0CEQQ6AEwCDgK#v=onepage&q=%22znw%22%20WNT&f=false,

Een VNW is een woord dat naar een ZN, een zinsdeel of woordgroep of hele zin verwijst. Er bestaan veel soorten. Een VNW kan zelfstandig voorkomen. Dat wil zeggen dat het woord een zinsdeelfunctie heeft bij redekundig ontleden: 'Hij is verdrietig'. 'Hij' is redekundig ontleed het onderwerp. Taalkundig is 'hij' VNW.

http://webserver.sint-maartenscollege.nl/nederlands08/vnw_en_pvnw.html

Het Latijn gebruikt vaak geen bezittelijk vnw. wanneer voldoende duidelijk is wie de bezitter is.

http://www.bimsem.net/latijnict/pers__vnw__3.htm

Ieder [ie·der], vnw., iedere [ie·de·re]; iedereen [ie·der·een], vnw.; iegelijk [ie·ge·lijk], vnw.; iel, bnw., iele [ie·le]; iemand [ie·mand], vnw.

http://woordenlijst.org/voorvoegsel/i/6

Het wederkerig voornaamwoord is elkaar en vormen van elkaar zoals: mekaar en elkander. Wederkerige vnw. verwijzen naar meer personen.

http://www.jufmelis.nl/woordsoorten/Wederkerig-voornaamwoord/uitleg

Er zijn acht soorten VNW: - persoonlijke voornaamwoorden: PVNW - bezittelijke voornaamwoorden: BZVNW - aanwijzende voornaamwoorden: AVNW - vragende voornaamwoorden: VVNW - wederkerende voornaamwoorden: WDVNW - wederkerige voornaamwoorden: WGVNW - onbepaalde voornaamwoorden: OVNW - betrekkelijk voornaamwoord: BTVNW.

http://webserver.sint-maartenscollege.nl/nederlands08/vnw_en_pvnw.html

Via de communicatieve aanpak verwerft de cursist automatisch een degelijke grammaticale kennis. In het 1° jaar is dit o.a.: - de tijden - de hulpwerkwoorden zijn, hebben en kunnen - de lidwoorden: bepaald lidwoord en onbepaald lidwoord - de bijwoorden - de voornaamwoorden: persoonlijke vnw en bezittelijke vnw. - de telwoorden: hoofdtelwoorden, rangtelwoorden en data.

http://www.cvo-godelieve.be/Opleidingen/Talen/Fr_PG_Talen.htm

vnw. 2.0

(taal en taalkunde; (vooral) geschreven taal)

voornaamwoordelijk
Vooral gebruikt in vnw. bijwoord en in de afkorting daarvan: vnw. bijw..

Algemene voorbeelden


Voltooide deelwoorden van zuiver verbaal karakter kunnen door een voornaamwoordelijk bijwoord voorafgegaan worden; dit voornaamwoordelijk bijwoord kan echter alleen ongesplitst (d.w.z. niet door het deelwoord gesplitst) voorkomen, in tegenstelling tot het gebruik bij de zgn. pseudo-deelwoorden (met nominaal karakter), waar het vnw. bijwoord ongesplitst of door het deelwoord gesplitst kan voorkomen.

http://nl.scribd.com/doc/243360107/Maarten-Cornelis-Van-Den-Toorn-Nederlandse-Grammatica-Dutch-Grammar-1984#scribd,

Als nabepalingen bij een voornaamwoord komen voor [...]: een bijwoord of vnw. bijwoord: jij hier, de mijne hier, die daarboven, iemand daaruit, niets daarvan.

http://www.dbnl.org/tekst/rijp001nede01_01/rijp001nede01_01_0015.php,

Een vnw. bijwoord heeft dezelfde syntactische valentie als een voorzetselconstructie. In verband met een bijv. nw. gebruikt is het vaak voorbepaling: daarvan afkerig, daartegen bestand. Het staat ook 'om het adjectief heen'; daar afkerig van, daar bestand tegen.

http://www.dbnl.org/tekst/rijp001nede01_01/rijp001nede01_01_0012.php,